Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- nüchtern:
-
Wiktionary:
- nüchtern → nykter, på fastande mage
- nüchtern → nykter
Duits
Uitgebreide vertaling voor nüchtern (Duits) in het Zweeds
nüchtern:
-
nüchtern (sachlich; geschäftlich; objektiv; dienstlich)
-
nüchtern (sachlich; lakonisch)
affärsmässigt; systematiskt; systematisk-
affärsmässigt bijvoeglijk naamwoord
-
systematiskt bijvoeglijk naamwoord
-
systematisk bijvoeglijk naamwoord
-
-
nüchtern (sparsam; ärmlich; schlicht; mäßig; einfach; sachlich)
anspråkslös; flärdfritt; spartanskt; anspråkslöst; flärdfri-
anspråkslös bijvoeglijk naamwoord
-
flärdfritt bijvoeglijk naamwoord
-
spartanskt bijvoeglijk naamwoord
-
anspråkslöst bijvoeglijk naamwoord
-
flärdfri bijvoeglijk naamwoord
-
-
nüchtern (kühl; frisch; reserviert)
-
nüchtern (seelenruhig; frisch; kalt; kühl; frostig; kaltblütig)
-
nüchtern (kaltblütig; kühl; seelenruhig)
-
nüchtern (objektiv; sachlich; kalt; geschäftlich; dürr; dienstlich; unbestechlich; unparteiisch)
Vertaal Matrix voor nüchtern:
Synoniemen voor "nüchtern":
Computer vertaling door derden: