Klappe: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Klappe:
- klaff; gap; käft; mun; näbb; slammer; rassel; skrammel; skramla
Wiktionary:
- klappe → klippa
- Klappe → hålla klaffen, klaff, lucka
- Klappe → klaff, fällbord

Duits

Uitgebreide vertaling voor klappe (Duits) in het Zweeds

die Klappe (Umschlagklappe; Schutzklappe)
klaff
- klaff [-en] zelfstandig naamwoord
die Klappe (Schnauze; Mund; Fresse; Schnabel)
gap; käft; mun; näbb
- gap [-ett] zelfstandig naamwoord
- käft [-en] zelfstandig naamwoord
- mun zelfstandig naamwoord
- näbb [-en] zelfstandig naamwoord
die Klappe (Rassel; Rammler; Klapper; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche)
slammer; rassel; skrammel
- slammer [-ett] zelfstandig naamwoord
- rassel [-ett] zelfstandig naamwoord
- skrammel [-ett] zelfstandig naamwoord
die Klappe (Rassel; Knarre; Plappertasche; Hirschböcke)
skramla
- skramla [-ett] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gap	Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze	Hiatus; Leere; Lücke; Mangel; Manko
klaff	Klappe; Schutzklappe; Umschlagklappe	Abschlußklappe; Kolbenventil; Verschlußklappe
käft	Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze	Mund
mun	Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze	Mund; Schluck; kleinr Schluck
näbb	Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze	Schnäbel
rassel	Klappe; Klapper; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche; Rammler; Rassel	Geräusch; Rauschen
skramla	Hirschböcke; Klappe; Knarre; Plappertasche; Rassel	Geklapper; Klapper; Rassel
skrammel	Klappe; Klapper; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche; Rammler; Rassel	Klapper; Latte; Rassel
slammer	Klappe; Klapper; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche; Rammler; Rassel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skramla		aufwinden; dröhnen; hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; klöppeln; krachen; lärmen; poltern; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln; stampfen

Klappe

noun

(umgangssprachlich): Mund
- Klappe → hålla klaffen; klaff
Vorrichtung, die an einer Seite befestigt ist, bewegt werden kann und eine Öffnung verschließt
- Klappe → hålla klaffen; lucka; klaff

Cross Translation:

From	To	Via
• Klappe	→ klaff; fällbord	↔ abattant — châssis de fenêtre ou volet basculant sur un axe horizontal.

Cross Translation:

From	To	Via
• klappe	→ klippa	↔ cut — to cease recording