Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
findig:
-
Wiktionary:
findig → infallsrik, påhittig -
Synoniemen voor "findig":
aufgeweckt; ausgeschlafen; clever; gescheit; helle; pfiffig; raffiniert; schlau
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor findig (Duits) in het Zweeds
findig:
Synoniemen voor "findig":
Wiktionary: findig
findig
adjective
-
mit guten Ideen, wie man eine schwierige Situation meistern kann, und schlau
- findig → infallsrik; påhittig
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor findig (Zweeds) in het Duits
findig: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- fin: sanft; empfindlich; zart; fein; zärtlich; empfindsam; heikel; hilflos; sanftmütig; liebend; delikat; schwächlich; verletzbar; schleimig; quetschbar
- dig: dich; dein; dir; Sie; Ihr