Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. akzeptabel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor akzeptabel (Duits) in het Zweeds

akzeptabel:

akzeptabel bijvoeglijk naamwoord

  1. akzeptabel (plausibel; glaubwürdig; überzeugend; glaubhaft)
    plausibelt; antagligen; sannolikt; troligt; sannolik
  2. akzeptabel (tragbar)
    acceptabel; acceptabelt

Vertaal Matrix voor akzeptabel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acceptabel akzeptabel; tragbar
acceptabelt akzeptabel; tragbar
antagligen akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
plausibelt akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
sannolik akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
sannolikt akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
troligt akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend mutmaßlich; vermutlich; voraussichtlich

Synoniemen voor "akzeptabel":


Wiktionary: akzeptabel

akzeptabel
adjective
  1. in einer Weise, dass man es akzeptieren kann

Cross Translation:
FromToVia
akzeptabel tillåtlig admissible — capable or deserving to be admitted, accepted or allowed; allowable, permissible, acceptable
akzeptabel ok cool — colloquial: all right, acceptable
akzeptabel bra fine — being acceptable, adequate, passable, or satisfactory

Computer vertaling door derden: