Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Nummer

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Nummer

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Nummer:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nummer:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Nummer (Duits) in het Zweeds

Nummer:

Nummer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nummer
    nummer
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Nummer (Folgenummer)
    nummer; serienummer
  3. die Nummer (Rangnummer; Ziffer; Zahl)
    nummer; siffra
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • siffra [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Nummer (Attraktion)
    attraktion
  5. die Nummer (Episode; Folge; Ausgabe)
    episod; avsnitt; kapitel
    • episod [-en] zelfstandig naamwoord
    • avsnitt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kapitel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nummer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attraktion Attraktion; Nummer
avsnitt Ausgabe; Episode; Folge; Nummer Absatz; Abschnitt; Bahnstrecken; Paragraph; Präsentationsabschnitt; Strecken
episod Ausgabe; Episode; Folge; Nummer
kapitel Ausgabe; Episode; Folge; Nummer Kapitel
nummer Folgenummer; Nummer; Rangnummer; Zahl; Ziffer Anzahl; Menge; Numerus; Quantität; Quantum; Rangnummer; Zahl
serienummer Folgenummer; Nummer Seriennummer
siffra Nummer; Rangnummer; Zahl; Ziffer Numerus; Rangnummer; Zahl

Synoniemen voor "Nummer":


Wiktionary: Nummer

Nummer
noun
  1. (umgangssprachlich): eine Bezeichnung für den sexuellen Akt, Geschlechtsverkehr
  2. eine künstlerische Darbietung (Musikstück, Zirkusnummer, Sketch und so weiter) als Teil eines Programms
  3. (umgangssprachlich): für Konfektionsgröße, Größe
  4. Code, der Ziffern und Buchstaben enthalten kann
  5. meist als Abkürzung „Nr.“ vorangestelltes Vorsatzwort, um eine Kardinalzahl als Ordinalzahl zu verwenden
  6. einem (nummerierten) Gegenstand oder einer (nummerierten) Person zugeordnete Zahl, die die Position in einer Reihenfolge ausdrückt (logisch eine Ordnungszahl, sprachlich aber eine Kardinalzahl)
Cross Translation:
FromToVia
• Nummer → nummer ↔ digit — slang: one's phone number
• Nummer → nummer ↔ number — used to show the rank of something in a list or sequence
• Nummer → nummer ↔ numéro — identifiant alphanumérique ou purement numérique qu’on mettre sur quelque chose et qui servir à la reconnaître.

Verwante vertalingen van Nummer



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Nummer (Zweeds) in het Duits

nummer:

nummer [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. nummer
    die Nummer
    • Nummer [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. nummer (siffra)
    die Nummer; die Ziffer; die Zahl; die Rangnummer
    • Nummer [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ziffer [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rangnummer [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. nummer (tal; siffra)
    die Zahl; der Numerus
    • Zahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Numerus [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. nummer (serienummer)
    die Folgenummer; die Nummer
  5. nummer (antal; dos; mängd)
    die Anzahl; die Quantität; die Menge; die Zahl; Quantum
    • Anzahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Quantität [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zahl [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Quantum [das ~] zelfstandig naamwoord
  6. nummer (siffra; ordningstal)
    die Rangnummer

Vertaal Matrix voor nummer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anzahl antal; dos; mängd; nummer antal; tiotal
Folgenummer nummer; serienummer
Menge antal; dos; mängd; nummer ansamling; bit; bunt; en hel del; en stor del; flock; folkmassa; folksamling; grupp; gäng; hop; hord; hög; klump; massa; massor; mycket; mängd; möte; namngiven uppsättning; rätt så mycket; sammankomst; stor del; stycke; trave; uppsättning
Numerus nummer; siffra; tal
Nummer nummer; serienummer; siffra attraktion; avsnitt; episod; kapitel
Quantität antal; dos; mängd; nummer grad
Quantum antal; dos; mängd; nummer antal; kvantitet
Rangnummer nummer; ordningstal; siffra ordningstal
Zahl antal; dos; mängd; nummer; siffra; tal betug; grad; poäng
Ziffer nummer; siffra betug; grad; poäng

Synoniemen voor "nummer":


Wiktionary: nummer

nummer
noun
  1. (umgangssprachlich): eine Bezeichnung für den sexuellen Akt, Geschlechtsverkehr
  2. eine künstlerische Darbietung (Musikstück, Zirkusnummer, Sketch und so weiter) als Teil eines Programms
  3. (umgangssprachlich): für Konfektionsgröße, Größe
  4. Code, der Ziffern und Buchstaben enthalten kann
  5. meist als Abkürzung „Nr.“ vorangestelltes Vorsatzwort, um eine Kardinalzahl als Ordinalzahl zu verwenden
  6. einem (nummerierten) Gegenstand oder einer (nummerierten) Person zugeordnete Zahl, die die Position in einer Reihenfolge ausdrückt (logisch eine Ordnungszahl, sprachlich aber eine Kardinalzahl)
Cross Translation:
FromToVia
• nummer → Nummer ↔ digit — slang: one's phone number
• nummer → Nummer ↔ number — used to show the rank of something in a list or sequence
• nummer → Nummer ↔ numéro — identifiant alphanumérique ou purement numérique qu’on mettre sur quelque chose et qui servir à la reconnaître.

Verwante vertalingen van Nummer







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0440 seconde
Page rendered in 1.0 seconds