Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Knotenpunkt

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Knotenpunkt

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Knotenpunkt:
- korsning; korsning för bilar
Wiktionary:
- Knotenpunkt → nodpunkt, knutpunkt, vägkors

Duits

Uitgebreide vertaling voor Knotenpunkt (Duits) in het Zweeds

Knotenpunkt:

Knotenpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

der Knotenpunkt (Verkehrsknotenpunkt; Mittelpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Gabelung; Kreuzungsstelle)
korsning; korsning för bilar
- korsning [-en] zelfstandig naamwoord
- korsning för bilar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knotenpunkt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
korsning	Gabelung; Knotenpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrsknotenpunkt	Abzweigung; Fußgängerbrücke; Fußgängerüberweg; Gabelung; Kreuzbild; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Kruzifix; Punkt wo Linien sich kreuzen; Querweg; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrskreuzung; Zebrastreifen
korsning för bilar	Gabelung; Knotenpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrsknotenpunkt

Synoniemen voor "Knotenpunkt":

Epizentrum; Herzstück; Kern; Mittelpunkt; Zentrum
Anschluss

Wiktionary: Knotenpunkt

Knotenpunkt

Fotografie: siehe Wikipedia Knotenpunkt <sup>(Fotografie)</sup>
- Knotenpunkt → nodpunkt
Verkehr: sich schneidende Verkehrswege
- Knotenpunkt → knutpunkt

Cross Translation:

From	To	Via
• Knotenpunkt	→ vägkors; knutpunkt	↔ junction — a place where two things meet