Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- HAndschellen:
- Handschellen:
-
Wiktionary:
- Handschellen → handbojor, handklovar, boja
Duits
Uitgebreide vertaling voor Handschellen (Duits) in het Zweeds
HAndschellen:
-
die HAndschellen (Fessel)
Vertaal Matrix voor HAndschellen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
handbojor | Fessel; HAndschellen | Handschelle |
handklovar | Fessel; HAndschellen | Fessel; Handschelle |
Handschellen:
-
die Handschellen (Fessel)
-
die Handschellen
manschetter-
manschetter zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Handschellen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kedja | Fessel; Handschellen | Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung |
manschetter | Handschellen | Manschetten |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kedja | aneinanderreihen; ketten; verketten |
Synoniemen voor "Handschellen":
Wiktionary: Handschellen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Handschellen | → handbojor; handklovar | ↔ handcuffs — metal rings for fastening wrists |
• Handschellen | → handklovar; handbojor | ↔ manacle — a shackle restricting free movement of the hands |
• Handschellen | → boja | ↔ shackle — a restraint fit over an appendage |