Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Beginn

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Beginn

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Beginn:
- början; starttid; inledning
Wiktionary:
- Beginn → begynnelse, början
- Beginn → begynnelse, början, upphov, orsak, påbörjande, start, gryning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Beginn (Duits) in het Zweeds

Beginn:

Beginn [der ~] zelfstandig naamwoord

der Beginn (Anfang; Eröffnung; Start; Anfangen; Einleitung)
början
- början zelfstandig naamwoord
der Beginn (Beginnpunkt; Anfang)
starttid
- starttid [-en] zelfstandig naamwoord
der Beginn (Anfang)
början; inledning
- början zelfstandig naamwoord
- inledning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Beginn:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
början	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Anfangsstadium; Anlaufstadium
inledning	Anfang; Beginn	Anfang; Anfang einer Brief; Einführung; Einleitung; Exposition; Titel; Überschrift
starttid	Anfang; Beginn; Beginnpunkt

Synoniemen voor "Beginn":

Aktivierung; Anbruch; In-Kraft-Treten; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis
Anfang; Aufbruch; Auftakt; Geburt; Start; Take-off

Wiktionary: Beginn

Beginn

noun

Zeitpunkt, an dem etwas anfängt oder gestartet wird
- Beginn → begynnelse; början

Cross Translation:

From	To	Via
• Beginn	→ begynnelse; början	↔ beginning — act of doing that which begins anything
• Beginn	→ början; upphov; orsak	↔ beginning — that which begins or originates something
• Beginn	→ påbörjande; början; start	↔ inception — the creation or beginning of something
• Beginn	→ start	↔ start — beginning of an activity
• Beginn	→ gryning	↔ aube — (Figuré) Commencement, début.
• Beginn	→ begynnelse; början	↔ début — commencement.
• Beginn	→ start	↔ départ — Début