Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Arschloch

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Arschloch

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Arschloch:
- dumbom; skojara; osympatisk person; rackare; bov; skurk; usling
Wiktionary:
- Arschloch → rövhål, arselhål
- Arschloch → rövhål, arsel, skitstövel, arsle, mammaknullare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Arschloch (Duits) in het Zweeds

Arschloch:

Arschloch [das ~] zelfstandig naamwoord

Arschloch (Dreckskerl; Widerling)
dumbom; skojara; osympatisk person; rackare; bov; skurk; usling
- dumbom zelfstandig naamwoord
- skojara zelfstandig naamwoord
- osympatisk person zelfstandig naamwoord
- rackare [-en] zelfstandig naamwoord
- bov [-en] zelfstandig naamwoord
- skurk [-en] zelfstandig naamwoord
- usling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Arschloch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bov	Arschloch; Dreckskerl; Widerling	Aas; Bandit; Bösewicht; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Iltis; Kriminelle; Lausbub; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Scherzbold; Scheusal; Schlange; Schlauberger; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; Übeltäter
dumbom	Arschloch; Dreckskerl; Widerling	Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schwachsinnige; Tor; Verrückte
osympatisk person	Arschloch; Dreckskerl; Widerling
rackare	Arschloch; Dreckskerl; Widerling	Bengel; Bettler; Flegel; Frechdachs; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Halunke; Hundsfott; Lausejunge; Lumpenkerl; Lümmel; Possenreißer; Racker; Rüpel; Schelm; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; kleiner Schelm
skojara	Arschloch; Dreckskerl; Widerling
skurk	Arschloch; Dreckskerl; Widerling	Aas; Bandit; Betrüger; Bösewicht; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hochstapler; Hundsfötter; Iltis; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Schwindler; Spitzbube; Stinker; Strick; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl; Übeltäter
usling	Arschloch; Dreckskerl; Widerling	Aas; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; Übeltäter

Synoniemen voor "Arschloch":

After; Anus; Darmausgang; Rosette; Körperteil; Organ
Arsch; Drecksack; Hund; Hurensohn; Kackstiefel; Mistkerl; Scheißkerl; Schwein; Schweinehund; Wichser; unangenehmer Mensch

Wiktionary: Arschloch

Arschloch

noun

vulgär: Schimpfwort, Beleidigung
- Arschloch → rövhål; arselhål
vulgär: After
- Arschloch → rövhål; arselhål

Cross Translation:

From	To	Via
• Arschloch	→ rövhål; arsel	↔ arsehole — anus
• Arschloch	→ skitstövel; rövhål; arsel	↔ arsehole — inconsiderate or mean spirited person
• Arschloch	→ arsel; arsle	↔ asshole — mean or rude person
• Arschloch	→ arsle; rövhål	↔ asshole — anus
• Arschloch	→ mammaknullare	↔ motherfucker — generic term of abuse