Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anteil (Duits) in het Zweeds

Anteil:

Anteil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anteil (Kontingent; Stück)
    kontingent

Anteil [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anteil (Element; Stück; Teil; )
    element; del; beståndsdel; ingrediens
  2. der Anteil (Teil; Stück; Segment; )
    bit; del
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Anteil (Abschnitt; Stück)
    stycke; del; portion
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
    • portion [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Anteil (Beitrag; Einsatz; Einlage; Eingebrachte)
    medlemsavgift
  5. der Anteil (Band; Bund; Auflage; )
    volym
    • volym [-en] zelfstandig naamwoord
  6. der Anteil (Teilnahme; Beteiligung; Anteilnahme)
    deltaga
    • deltaga [-ett] zelfstandig naamwoord
  7. der Anteil (Portion; Ration; Teil)
    del; portion
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
    • portion [-en] zelfstandig naamwoord
  8. der Anteil (Erbe; Vermächtnis; Erbschaft; )
    arv
    • arv [-ett] zelfstandig naamwoord
  9. der Anteil (Anteilschein; Wertpapier)
    tillväxtpapper
  10. der Anteil (Gesellschafteranteil; Wertpapier)
    andel; partnerskapsandel

Vertaal Matrix voor Anteil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andel Anteil; Gesellschafteranteil; Wertpapier Kontingent; Quotum
arv Anteil; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis Erbschaft; Vererbung
beståndsdel Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
bit Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Anbeißen; Artikel; Aufsatz; Binärzahl; Bit; Biß; Brocken; Bruch; Bund; Bündel; Fraktur; Grus; Holzschuh; Kandisstückchen; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Knacks; Kostüm; Kästchen; Menge; Paket; Postpaket; Publikation; Päckchen; Scheibe; Schnitte; Scholle; Stück; Stückchen; Tölpel; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; Zettel; Zuckerwürfel; großes und dickes Stück
del Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Glied; Portion; Ration; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Artikel; Aufsatz; Bezeichnung; Brocken; Bruchteil; Publikation; Scheibe; Schnitte; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen
deltaga Anteil; Anteilnahme; Beteiligung; Teilnahme
element Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Element; Kühler
ingrediens Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
kontingent Anteil; Kontingent; Stück
medlemsavgift Anteil; Beitrag; Eingebrachte; Einlage; Einsatz
partnerskapsandel Anteil; Gesellschafteranteil; Wertpapier
portion Abschnitt; Anteil; Portion; Ration; Stück; Teil
stycke Abschnitt; Anteil; Stück Absatz; Abschnitt; Artikel; Aufsatz; Brocken; Bruch; Fraktur; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Menge; Publikation; Stückchen; Tölpel; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; großes und dickes Stück
tillväxtpapper Anteil; Anteilschein; Wertpapier
volym Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bund; Druck Inhalt; Lautstärke; Volume; Volumen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deltaga miterleben; mitmachen; mittun; teilhaben; teilnehmen

Synoniemen voor "Anteil":


Wiktionary: Anteil

Anteil
noun
  1. Mitwirkung
    • Anteildel
  2. Interesse, Betroffenheit, Anteilnahme
    • Anteildel
  3. nach einer Vereinbarung bestimmter Teil einer Menge (meistens Geld), die eine gewisse Person bekommen soll

Cross Translation:
FromToVia
Anteil andel contingent — that which falls to one in a division or apportionment among a number
Anteil andel; del share — portion of something
Anteil skiva slice — thin, broad piece cut off

Computer vertaling door derden: