Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- nerven:
- Nerven:
-
Wiktionary:
- nerven → gå på nerverna, irritera
Duits
Uitgebreide vertaling voor nerven (Duits) in het Zweeds
nerven:
-
nerven (drängen; durchstoßen; einrammen; einhämmern)
-
nerven
Vertaal Matrix voor nerven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
irriterande | nerven | |
tjata | drängen; durchstoßen; einhämmern; einrammen; nerven | bekritteln; bemängeln; eitern; faseln; flennen; greinen; jammern; klagen; klonen; leinern; nörgeln; piesacken; provozieren; quaken; reizen; schikanieren; schulmeistern; sichekligbenehmen; striezen; triezen; trödeln; vergraulen; wegekeln; wehklagen; wimmern; winseln; zusetzen; zwicken; ärgern |
tröttande | nerven | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
irriterande | irritierend; stechend | |
tröttande | anstrengend |
Synoniemen voor "nerven":
Wiktionary: nerven
nerven
verb
-
jemanden anhaltend belästigen, jemandem auf die Nerven gehen
- nerven → gå på nerverna; irritera
Nerven:
-
die Nerven (Nerv)
Vertaal Matrix voor Nerven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ådrighet | Nerv; Nerven | |
ådring | Nerv; Nerven | Holznerf |
Synoniemen voor "Nerven":
Verwante vertalingen van nerven
Zweeds