Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
genuin:
-
Wiktionary:
genuin → genuin, ärftlig, medfödd, äkta -
Synoniemen voor "genuin":
authentisch; echt; gestanden; original; unverfälscht; unverändert; ursprünglich
angeboren; kongenital; vererbt
erblich; genetisch; hereditär; vererbbar
-
Wiktionary:
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
Duits
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor genuin (Zweeds) in het Duits
genuin:
-
genuin (uppriktig)
ehrlich; aufrecht; geradeheraus; wahrhaft-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
aufrecht bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
genuin (oförfalskat; sann; verkligt)
echt; unverfälscht; pur-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-