Duits
Uitgebreide vertaling voor Spaltung (Duits) in het Zweeds
Spaltung:
-
die Spaltung (Ruptur; Schisma)
-
die Spaltung (Zerteilung)
-
Spaltung (Glaubensspaltung; Schisma)
religiös konflikt-
religiös konflikt zelfstandig naamwoord
-
-
Spaltung (Glaubenskonflikt; Schisma; Glaubensspaltung)
Vertaal Matrix voor Spaltung:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
religiös konflikt | Glaubenskonflikt; Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung | Glaubenskrieg |
ruptur | Ruptur; Schisma; Spaltung | |
schism | Glaubenskonflikt; Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung | |
spaltning | Spaltung; Zerteilung | |
spricka | Ruptur; Schisma; Spaltung | Aussparung; Bruch; Ermangelung; Felsspalte; Hinfälligkeit; Kluft; Koryphäe; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Riß; Schwachheit; Schwäche; Spalt; Spalte; Sprung; Zwischenraum |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spricka | aufhacken; bersten; dekodieren; ein krackendes Gelaut machen; entschlüsseln; entziffern; explodieren; platzen; spleißen; splissen; zerhacken; zerspringen |
Synoniemen voor "Spaltung":
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor Spaltung (Zweeds) in het Duits
Spaltung: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Computer vertaling door derden: