Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Parkplatz

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Parkplatz

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Parkplatz:
- parkeringsplats
- Parkera
Wiktionary:
- Parkplatz → parkeringsplats
- Parkplatz → parkeringsplats, parkering, bilparkering

Duits

Uitgebreide vertaling voor Parkplatz (Duits) in het Zweeds

Parkplatz:

Parkplatz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Parkplatz
parkeringsplats
- parkeringsplats [-en] zelfstandig naamwoord

Parkplatz

Parkplatz
Parkera
- Parkera

Vertaal Matrix voor Parkplatz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
parkeringsplats	Parkplatz	Garage; Parkhaus; Standspur; Tiefgarage
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Parkera	Parkplatz	Halten

Synoniemen voor "Parkplatz":

Abstellplatz; Parkbox; Parklücke; Stellplatz

Wiktionary: Parkplatz

Parkplatz

noun

Ein individueller Stellplatz auf einem Parkplatz [1] oder in einem Parkhaus.
- Parkplatz → parkeringsplats
allgemein: Der Platz, der zum Parken für Fahrzeuge aller Art in einer Ortschaft zur Verfügung steht.
- Parkplatz → parkeringsplats
Eine Fläche auf öffentlichem oder privatem Grund, die dazu dient, Kraftfahrzeuge oder sonstige Verkehrsmittel über die Dauer eines Haltevorgangs hinaus abzustellen.
- Parkplatz → parkeringsplats

Cross Translation:

From	To	Via
• Parkplatz	→ parkeringsplats; parkering; bilparkering	↔ parking lot — open area, generally paved, where automobiles may be left when not in use

Computer vertaling door derden: