Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Paddel:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paddel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Paddel (Duits) in het Zweeds

Paddel:

Paddel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Paddel
    paddel
    • paddel [-en] zelfstandig naamwoord

Paddel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Paddel
    paddla
    • paddla [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Paddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paddel Paddel
paddla Paddel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paddla Kanu fahren; Wasser treten; barfußim Wasser waten; paddeln

Synoniemen voor "Paddel":


Wiktionary: Paddel

Paddel
noun
  1. frei führen unten blattförmig erweitern Stange zum Fortbewegen eines Bootes

Cross Translation:
FromToVia
Paddel paddel aube — planche fixée à la circonférence d’une roue



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Paddel (Zweeds) in het Duits

paddel:

paddel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. paddel
    der Paddel
    • Paddel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paddel paddel paddla

Wiktionary: paddel

paddel
Cross Translation:
FromToVia
paddel Paddel aube — planche fixée à la circonférence d’une roue