Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Krankenpflegerin

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Krankenpflegerin

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Krankenpflegerin:
- sköterska; sjuksköterska
Wiktionary:
- Krankenpflegerin → sjuksköterska
- Krankenpflegerin → sjuksköterska

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krankenpflegerin (Duits) in het Zweeds

Krankenpflegerin:

Krankenpflegerin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Krankenpflegerin (Schwester; Schwesterchen)
sköterska
- sköterska [-en] zelfstandig naamwoord
die Krankenpflegerin (Krankenpfleger)
sjuksköterska
- sjuksköterska [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krankenpflegerin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sjuksköterska	Krankenpfleger; Krankenpflegerin	Amme; Krankenpfleger; Krankenschwester
sköterska	Krankenpflegerin; Schwester; Schwesterchen	Krankenschwester

Synoniemen voor "Krankenpflegerin":

Krankenschwester; Pflegeperson; Schwester; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Krankenpflegerin

Krankenpflegerin

noun

Berufsbezeichnung: Pflegerin und Betreuerin von Kranken
- Krankenpflegerin → sjuksköterska

Cross Translation:

From	To	Via
• Krankenpflegerin	→ sjuksköterska	↔ nurse — person trained to provide care for the sick