Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Faser:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. faser:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Faser (Duits) in het Zweeds

Faser:

Faser [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Faser
    fiber; filament
    • fiber [-en] zelfstandig naamwoord
    • filament zelfstandig naamwoord
  2. die Faser
    fiber
    • fiber [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Faser
    yrning
    • yrning zelfstandig naamwoord
  4. die Faser (Körperfaser)
    kroppsfibrer
  5. die Faser (Faserstoff)
    pappers näsduk

Vertaal Matrix voor Faser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiber Faser Faserstoff
filament Faser
kroppsfibrer Faser; Körperfaser
pappers näsduk Faser; Faserstoff
yrning Faser

Synoniemen voor "Faser":


Wiktionary: Faser

Faser
noun
  1. feiner Faden aus Gewebe, meist im (natürlichen) Gewebe von Pflanzen, Tieren oder Menschen

Cross Translation:
FromToVia
Faser fiber fibre — single elongated piece of material



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Faser (Zweeds) in het Duits

faser:

faser zelfstandig naamwoord

  1. faser (perioder)
    die Perioden; der Zeiträume

Vertaal Matrix voor faser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Perioden faser; perioder
Zeiträume faser; perioder tidrymder