Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Brotaufstrich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brotaufstrich (Duits) in het Zweeds

Brotaufstrich:

Brotaufstrich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brotaufstrich (Brotbelag)
    smörgåspålägg; smörgåsfyllning

Vertaal Matrix voor Brotaufstrich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smörgåsfyllning Brotaufstrich; Brotbelag
smörgåspålägg Brotaufstrich; Brotbelag

Wiktionary: Brotaufstrich

Brotaufstrich
noun
  1. weiches Nahrungsmittel, das man mit einem Streichmesser auf Brot oder Brötchen auftragen kann

Computer vertaling door derden: