Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bestechung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bestechung (Duits) in het Zweeds

Bestechung:

Bestechung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bestechung
    bestickning
  2. die Bestechung (Korruption)
    korruption; bestickning

Vertaal Matrix voor Bestechung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestickning Bestechung; Korruption
korruption Bestechung; Korruption Entartung; Entstellung; Korruption; Käuflichkeit

Synoniemen voor "Bestechung":


Wiktionary: Bestechung

Bestechung
  1. das Bestechen

Cross Translation:
FromToVia
Bestechung mutning; bestickning bribery — making of illegal payment
Bestechung korruption corruption — action de corrompre
Bestechung muta pot-de-vin — Avantage pécuniaire offert... a favorisé la conclusion d’une affaire.