Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: tendieren

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: tendieren

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

tendieren:
- vara böjd att; vara benägen att; tendera; vara inklinerad

Duits

Uitgebreide vertaling voor tendieren (Duits) in het Zweeds

tendieren:

tendieren werkwoord (tendiere, tendierst, tendiert, tendierte, tendiertet, tendiert)

tendieren (neigen)
vara böjd att; vara benägen att
- vara böjd att werkwoord (är böjd att, var böjd att, varit böjd att)
- vara benägen att werkwoord (är benägen att, var benägen att, varit benägen att)
tendieren
tendera; vara inklinerad
- tendera werkwoord (tenderar, tenderade, tenderat)
- vara inklinerad werkwoord (är inklinerad, var inklinerad, varit inklinerad)

Conjugations for tendieren:

Präsens

tendiere
tendierst
tendiert
tendieren
tendiert
tendieren

Imperfekt

tendierte
tendiertest
tendierte
tendierten
tendiertet
tendierten

Perfekt

habe tendiert
hast tendiert
hat tendiert
haben tendiert
habt tendiert
haben tendiert

1. Konjunktiv [1]

tendiere
tendierest
tendiere
tendieren
tendieret
tendieren

2. Konjunktiv

tendierte
tendiertest
tendierte
tendierten
tendiertet
tendierten

Futur 1

werde tendieren
wirst tendieren
wird tendieren
werden tendieren
werdet tendieren
werden tendieren

1. Konjunktiv [2]

würde tendieren
würdest tendieren
würde tendieren
würden tendieren
würdet tendieren
würden tendieren

Diverses

tendier!
tendiert!
tendieren Sie!
tendiert
tendierend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor tendieren:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tendera	tendieren
vara benägen att	neigen; tendieren
vara böjd att	neigen; tendieren
vara inklinerad	tendieren

Synoniemen voor "tendieren":

neigen

Computer vertaling door derden: