Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: herrichten

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: herrichten

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. herrichten:
  2. Herrichten:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor herrichten (Duits) in het Zweeds

herrichten:

herrichten werkwoord (herrichte, herrichtest, herrichtet, herrichtete, herrichtetet, hergerichtet)

  1. herrichten (qualifizieren)
    iordningställa; preparera
    • iordningställa werkwoord (iordningställer, iordningställde, iordningställt)
    • preparera werkwoord (preparerar, preparerade, preparerat)
  2. herrichten (aufstellen; regeln; organisieren; )
    anordna; ordna; arrangera; organisera
    • anordna werkwoord (anordnar, anordnade, anordnat)
    • ordna werkwoord (ordnar, ordnade, ordnat)
    • arrangera werkwoord (arrangerar, arrangerade, arrangerat)
    • organisera werkwoord (organiserar, organiserade, organiserat)
  3. herrichten
    ordna
    • ordna werkwoord (ordnar, ordnade, ordnat)

Conjugations for herrichten:

Präsens
  1. herrichte
  2. herrichtest
  3. herrichtet
  4. herrichten
  5. herrichtet
  6. herrichten
Imperfekt
  1. herrichtete
  2. herrichtetest
  3. herrichtete
  4. herrichteten
  5. herrichtetet
  6. herrichteten
Perfekt
  1. habe hergerichtet
  2. hast hergerichtet
  3. hat hergerichtet
  4. haben hergerichtet
  5. habt hergerichtet
  6. haben hergerichtet
1. Konjunktiv [1]
  1. herrichte
  2. herrichtest
  3. herrichte
  4. herrichten
  5. herrichtet
  6. herrichten
2. Konjunktiv
  1. herrichtete
  2. herrichtetest
  3. herrichtete
  4. herrichteten
  5. herrichtetet
  6. herrichteten
Futur 1
  1. werde herrichten
  2. wirst herrichten
  3. wird herrichten
  4. werden herrichten
  5. werdet herrichten
  6. werden herrichten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde herrichten
  2. würdest herrichten
  3. würde herrichten
  4. würden herrichten
  5. würdet herrichten
  6. würden herrichten
Diverses
  1. herrichte!
  2. herrichtet!
  3. herrichten Sie!
  5. hergerichtet
  6. herrichtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor herrichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anordna Anhängerschaft
organisera Organisieren; Regeln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anordna anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; organisieren; regeln; veranstalten aufbauen; aufstellen; bauen; eine Abmachung treffen; einrichten; einsetzen; erbauen; errichten; festlegen; installieren
arrangera anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; organisieren; regeln; veranstalten arrangieren; aufbauen; aufstellen; bauen; einrichten; einsetzen; erbauen; errichten; festlegen; installieren
iordningställa herrichten; qualifizieren kochen; zubereiten
ordna anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; organisieren; regeln; veranstalten Maßregeln treffen; ablegen; anordnen; archivieren; aufbauen; aufheben; aufstellen; auftragen; ausrichten; bauen; befehlen; diktieren; ebnen; einordnen; einrichten; einsetzen; einteilen; erbauen; errichten; festlegen; gebieten; gliedern; in Reih und Glied aufstellen; inOrdnungbringen; installieren; klassifizieren; ordnen; organisieren; regeln; reglementieren; regulieren; scharen; steuern; verordnen; versammeln; vorschreiben
organisera anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; deichseln; einrichten; erbauen; errichten; herrichten; organisieren; regeln; veranstalten führen; koordinieren; leiten; lenken; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; steuern
preparera herrichten; qualifizieren anrichten; ausrüsten; bereiten; rüsten

Synoniemen voor "herrichten":


Wiktionary: herrichten

Cross Translation:
FromToVia
• herrichten → anpassa; ordna; anrätta; tillaga; frisera; tilltyga; förlika; försona; passa ↔ accommoder — donner, procurer de la commodité.
• herrichten → arrangera; inreda ↔ arranger — arranger (transitive) (fr)
• herrichten → arrangera; inreda ↔ disposer — arranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.

Herrichten:

Herrichten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Herrichten (Vorbereiten; Anrichten)
    förberedande

Vertaal Matrix voor Herrichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förberedande Anrichten; Herrichten; Vorbereiten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förberedande vorbereitend

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0348 seconde
Page rendered in 1.0 seconds