Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Krokus:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. krokus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krokus (Duits) in het Zweeds

Krokus:

Krokus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Krokus
    krokus
    • krokus [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krokus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krokus Krokus Herbstzeitlose

Wiktionary: Krokus

Krokus
noun
  1. Botanik: Gartenblume mit häufig aufrechten, kelchförmigen Blüten der Gattung Crocus (Schwertliliengewächse)



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Krokus (Zweeds) in het Duits

krokus:

krokus [-en] zelfstandig naamwoord

  1. krokus
    der Krokus
    • Krokus [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. krokus (tidlösa; jonkvill)
    die Herbstzeitlose

Vertaal Matrix voor krokus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Herbstzeitlose jonkvill; krokus; tidlösa
Krokus krokus

Wiktionary: krokus

krokus
noun
  1. Botanik: Gartenblume mit häufig aufrechten, kelchförmigen Blüten der Gattung Crocus (Schwertliliengewächse)