Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Jurist

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Jurist

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Jurist:
- advokat; sakförare; jurist; rättshjälp
Wiktionary:
- Jurist → juridikstuderande, jurist

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

jurist:
- Jurist; Rechtsanwalt; Rechtsgelehrte; Rechtskundige; Advokate
Wiktionary:
- jurist → Justiziarin, Justiziar, Jurist

Duits

Uitgebreide vertaling voor Jurist (Duits) in het Zweeds

Jurist:

Jurist [der ~] zelfstandig naamwoord

der Jurist (Verteidiger; Strafverteidiger; Anwalt; Rechtsanwalt; Rechtsberater; Rechtsgelehrte)
advokat; sakförare
- advokat [-en] zelfstandig naamwoord
- sakförare [-en] zelfstandig naamwoord
der Jurist (Rechtsanwalt; Rechtsgelehrte; Rechtskundige)
jurist; advokat
- jurist [-en] zelfstandig naamwoord
- advokat [-en] zelfstandig naamwoord
der Jurist (Rechtsgelehrte; Rechtsanwalt; Rechtskundige)
rättshjälp
- rättshjälp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jurist:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
advokat	Anwalt; Jurist; Rechtsanwalt; Rechtsberater; Rechtsgelehrte; Rechtskundige; Strafverteidiger; Verteidiger	Advokate; Prokurist; Prozeßbevollmächtigte; Rechtsanwalt; Stellvertreter; Wirtschaftsverwalter
jurist	Jurist; Rechtsanwalt; Rechtsgelehrte; Rechtskundige	Advokate
rättshjälp	Jurist; Rechtsanwalt; Rechtsgelehrte; Rechtskundige	Prozesskostenhilfe; Rechtshilfe; unentgeltlich arbeitender Anwalt
sakförare	Anwalt; Jurist; Rechtsanwalt; Rechtsberater; Rechtsgelehrte; Strafverteidiger; Verteidiger	Prokurist; Stellvertreter; Verfechter; Vorkämpfer; Wirtschaftsverwalter

Synoniemen voor "Jurist":

Rechtsgelehrter; Rechtswissenschaftler; Volljurist; Berufstätiger

Wiktionary: Jurist

Jurist

noun

jemand, der Rechtswissenschaft studiert
- Jurist → juridikstuderande
in Deutschland: jemand, der das Jurastudium mit dem zweiten Staatsexamen abgeschlossen hat
- Jurist → jurist

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Jurist (Zweeds) in het Duits

jurist:

jurist [-en] zelfstandig naamwoord

jurist (advokat)
der Jurist; der Rechtsanwalt; der Rechtsgelehrte; der Rechtskundige
- Jurist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rechtsanwalt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rechtsgelehrte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rechtskundige [der ~] zelfstandig naamwoord
jurist (advokat; underrättsadvokat)
die Advokate
- Advokate [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jurist:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Advokate	advokat; jurist; underrättsadvokat
Jurist	advokat; jurist	advokat; rättshjälp; sakförare
Rechtsanwalt	advokat; jurist	advokat; anklagare; försvarare; rättshjälp; sakförare
Rechtsgelehrte	advokat; jurist	advokat; rättshjälp; sakförare
Rechtskundige	advokat; jurist	rättshjälp

Synoniemen voor "jurist":

advokat

Wiktionary: jurist

jurist

noun

Mitarbeiterin in einem Unternehmen, einer Behörde, einem Verein oder Ähnlichem, der für rechtliche Angelegenheiten zuständig ist
- Justiziarin → jurist
Mitarbeiter in einem Unternehmen, einer Behörde, einem Verein oder Ähnlichem, der für rechtliche Angelegenheiten zuständig ist
- Justiziar → jurist
in Deutschland: jemand, der das Jurastudium mit dem zweiten Staatsexamen abgeschlossen hat
- Jurist → jurist