Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Adapter:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. adapter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Adapter (Duits) in het Zweeds

Adapter:

Adapter

  1. Adapter (Adapterkarte)
    kort
    • kort [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Adapter (Transportadapter)
    adapter
    • adapter [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Adapter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adapter Adapter; Transportadapter Bearbeiter
kort Adapter; Adapterkarte Aufnahme; Bild; Foto; Infokarte; Karte; Karten; Landkarte; Photo; Photographie; Spielkarte

Synoniemen voor "Adapter":

  • Anpassungseinrichtung; Konverter; Passstück; Zwischenstecker; Zwischenstück; Zwischenteil

Wiktionary: Adapter

Adapter
noun
  1. Technik: technische Einrichtung zur Anpassung zwischen zwei miteinander zu verbindenden Komponenten mit unterschiedlicher Schnittstelle

Cross Translation:
FromToVia
Adapter adapter adapter — device to allow compatibility
Adapter adapter adaptor — device to allow compatibility
Adapter dongel dongle — Any short wired connector



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Adapter (Zweeds) in het Duits

adapter:

adapter [-en] zelfstandig naamwoord

  1. adapter (omkopplare)
    der Bearbeiter
  2. adapter

Vertaal Matrix voor adapter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bearbeiter adapter; omkopplare
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Adapter adapter kort
Transportadapter adapter

Wiktionary: adapter

adapter
noun
  1. Technik: technische Einrichtung zur Anpassung zwischen zwei miteinander zu verbindenden Komponenten mit unterschiedlicher Schnittstelle

Cross Translation:
FromToVia
adapter Adapter adapter — device to allow compatibility
adapter Adapter adaptor — device to allow compatibility