Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Durchfall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Durchfall (Duits) in het Zweeds

Durchfall:

Durchfall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Durchfall (Diarrhöe)
    diarré
    • diarré [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Durchfall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diarré Diarrhöe; Durchfall

Synoniemen voor "Durchfall":

  • Diarrhoe; Diarrhö; Diarrhöe; Dünnschiss; Flitzekacke; Flitzkacke; Flotter Otto; Scheißerei; Verdauungsbeschwerden

Wiktionary: Durchfall

Durchfall
noun
  1. Misserfolg; das Scheitern bei einer Prüfung (das Durchfallen)
  2. zu schnelle Ausscheidung von breiigem bis flüssigem Stuhl

Cross Translation:
FromToVia
Durchfall diarré diarrhea — medical condition
Durchfall diarré; rännskita shit — definite plural: diarrhea
Durchfall diarré diarree — een darmstoornis die dunne ontlasting veroorzaakt
Durchfall diarré diarrhée — médecine|nocat=1 maladie caractériser par des évacuations de selles, liquides et fréquentes, et qui est ordinairement due à l’inflammation de l’intestin.