Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Amboß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Amboss (Duits) in het Zweeds

Amboß:

Amboß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Amboß
    städ
    • städ [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Amboß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
städ Amboß Ambosse


Wiktionary: Amboss

Amboss
noun
  1. Anatomie: das mittlere der drei Gehörknöchelchen
  2. Ein stabiler Sockel mit einem besonders ausgestalteten gehärteten „Ambosskopf“, um darauf ein glühendes Werkstück zu schmieden; in unterschiedlicher Größe eine Standardausrüstung aller Schmiede, vom Grob- bis zum Goldschmied.

Cross Translation:
FromToVia
Amboss städ anvil — block used in blacksmithing
Amboss städ anvil — bone in inner ear
Amboss städ aanbeeld — het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
Amboss städ aambeeld — techniek|nld gereedschap|nld het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
Amboss ambult enclume — Masse de fer sur laquelle on déforme le métal