Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Abschnitt

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Abschnitt

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abschnitt:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschnitt (Duits) in het Zweeds

Abschnitt:

Abschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Abschnitt (Abmessung)
    dimension
  2. der Abschnitt (Zeitraum; Uhr; Zeitabschnitt)
    timme
    • timme [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Abschnitt (Anteil; Stück)
    stycke; del; portion
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
    • portion [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Abschnitt (Absatz; Paragraph)
    avsnitt; paragraf
    • avsnitt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • paragraf [-en] zelfstandig naamwoord
  5. der Abschnitt (Periode; Termin; Zeitraum; )
    period; tidsrymd
  6. der Abschnitt (Division; Abteilung; Sektion)
    avdelning; fördelning; uppdelning; indelning; division
  7. der Abschnitt (Coupon; Schein; Kassenschein; )
    kupong; voucher
    • kupong [-en] zelfstandig naamwoord
    • voucher zelfstandig naamwoord
  8. der Abschnitt (Empfangsschein; Lieferschein; Überweisungsschein; )
    mottagningsbevis; inbetalning; kvitto
  9. der Abschnitt
    skärning; stycke; avsnitt
    • skärning [-en] zelfstandig naamwoord
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • avsnitt [-ett] zelfstandig naamwoord
  10. der Abschnitt
    avsnitt
    • avsnitt [-ett] zelfstandig naamwoord
  11. der Abschnitt (Segment; Teil; Bruchteil; Stück)
    sektion; segment; del
    • sektion [-en] zelfstandig naamwoord
    • segment [-ett] zelfstandig naamwoord
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
  12. der Abschnitt (Stück Stoff; Flicklappen; Lappen; )
    duk; trasa; putstrasa
    • duk [-en] zelfstandig naamwoord
    • trasa [-en] zelfstandig naamwoord
    • putstrasa zelfstandig naamwoord
  13. der Abschnitt (Treppe; Fußtritt; Eingangstreppe; )
    trappor
  14. der Abschnitt (Zeitraum; Periode; Zeitspanne; Spanne; Zeitabschnitt)
    tid; period; tidsrymd; tidsspann
    • tid [-en] zelfstandig naamwoord
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • tidsrymd zelfstandig naamwoord
    • tidsspann [-ett] zelfstandig naamwoord
  15. der Abschnitt (Präsentationsabschnitt)
    avsnitt; presentationsavsnitt

Vertaal Matrix voor Abschnitt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avdelning Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Abblenden; Abschirmen; Abteilung; Amtsbereich; Arrondissement; Brigade; Dezernat; Geschäftsstelle; Sekte; Sektion; Truppe; Vernichtigung; Vertilgung; Verwaltungsbereich; Verwaltungsbezirk; Verwaltungsregion; Zweigstelle; kleines Fach
avsnitt Absatz; Abschnitt; Paragraph; Präsentationsabschnitt Ausgabe; Bahnstrecken; Episode; Folge; Nummer; Strecken
del Abschnitt; Anteil; Bruchteil; Segment; Stück; Teil Anteil; Artikel; Aufsatz; Bestandteil; Bezeichnung; Brocken; Bruchteil; Element; Glied; Portion; Publikation; Ration; Scheibe; Schnitte; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen
dimension Abmessung; Abschnitt Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
division Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Bataillon; Brigade; Hauptgruppe; Truppe
duk Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Staubtuch; Staubtücher; Tischdecke; Tischtuch; Tischtücher; Tuch
fördelning Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Verteilung; Zuweisung
inbetalning Abschnitt; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein Einlegung; Einzahlung; Überweisung
indelning Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion
kupong Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beweischen; Gutschein; Voucher
kvitto Abschnitt; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein Beleg; Bescheinigung; Beweischen; Empfangsbestätigung; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Pharmazie; Quittung; Quittungsmarke; Rezeptur; Rückschein; Voucher
mottagningsbevis Abschnitt; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein
paragraf Absatz; Abschnitt; Paragraph
period Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne
portion Abschnitt; Anteil; Stück Anteil; Portion; Ration; Teil
putstrasa Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Staubtuch; Staubtücher; Tuch
segment Abschnitt; Bruchteil; Segment; Stück; Teil Kontocodesegment; Segment
sektion Abschnitt; Bruchteil; Segment; Stück; Teil Abteilung; Dezernat; Durchschnitt; Geschäftsstelle; Sekte; Sektion; Verwaltungsregion; Zweigstelle
skärning Abschnitt Schneiden; Schnitzen
stycke Abschnitt; Anteil; Stück Absatz; Artikel; Aufsatz; Brocken; Bruch; Fraktur; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Menge; Publikation; Stückchen; Tölpel; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; großes und dickes Stück
tid Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Mal; Zeitraum; Zeitspanne
tidsrymd Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Zeitraum; Zeitspanne
tidsspann Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Länge; Zeitspanne
timme Abschnitt; Uhr; Zeitabschnitt; Zeitraum Schulstunde; Stunde; Unterricht; Unterrichtsstunde
trappor Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe
trasa Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Tuch
uppdelning Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Bruch; Einschnitt; Hauptgruppe; Scheidung; Teilung; Trennung; Unterbrechung; Vernichtigung; Vertilgung
voucher Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beweischen; Voucher
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
presentationsavsnitt Abschnitt; Präsentationsabschnitt

Synoniemen voor "Abschnitt":


Wiktionary: Abschnitt

Abschnitt
noun
  1. Teil der Zeit
  2. Mathematik: ein Teil der Kreisscheibe
  3. ein Teil eines Geländes
  4. ein Teil eines Textes
  5. das abschneiden, abtrennen
Cross Translation:
FromToVia
• Abschnitt → kapitel ↔ chapter — section in a book







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0519 seconde
Page rendered in 1.0 seconds