Stadtteil: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stadtteil (Duits) in het Zweeds

der Stadtteil (Stadtviertel; Stadtbezirk)
område; kvarter; stadsdel
- område [-ett] zelfstandig naamwoord
- kvarter [-ett] zelfstandig naamwoord
- stadsdel [-en] zelfstandig naamwoord
der Stadtteil (Bezirk; Gebiet; Viertel; Stadtbezirk; Bereich)
område; zon; distrikt; region; territorium
- område [-ett] zelfstandig naamwoord
- zon [-en] zelfstandig naamwoord
- distrikt [-ett] zelfstandig naamwoord
- region [-en] zelfstandig naamwoord
- territorium zelfstandig naamwoord
der Stadtteil
kvarter
- kvarter [-ett] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
distrikt	Bereich; Bezirk; Gebiet; Stadtbezirk; Stadtteil; Viertel	Bereich; Bezirk; Distrikt; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Kanton; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Umgebung; Umkreis; Vorgelände; Zone
kvarter	Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel	Akkommodation; Bleibe; Logis; Obdach; Quartier; Unterkommen; Unterkunft; Wohnraumbeschaffung; Wohnung
område	Bereich; Bezirk; Gebiet; Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel; Viertel	Amtsbereich; Arrondissement; Bahnhofsgelände; Bereich; Bezirk; Cachebereich; Fläche; Gau; Gebiet; Gebietsteil; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Klimagürtel; Provinz; Region; Reichweite; Revier; Sektor; Teil des Staates; Territorium; Umgebung; Umkreis; Verwaltungsbereich; Verwaltungsbezirk; Zone
region	Bereich; Bezirk; Gebiet; Stadtbezirk; Stadtteil; Viertel	Bereich; Bezirk; Fläche; Gau; Gebiet; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Kanton; Klimagürtel; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Umgebung; Umkreis; Zone
stadsdel	Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel
territorium	Bereich; Bezirk; Gebiet; Stadtbezirk; Stadtteil; Viertel	Bereich; Bezirk; Gebiet; Gebietsteil; Gegend; Region; Revier; Sektor; Teil des Reiches; Territorium; Umgebung; Umkreis; Zone
zon	Bereich; Bezirk; Gebiet; Stadtbezirk; Stadtteil; Viertel	Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Himmelsgegend; Klimagürtel; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Umgebung; Umkreis; Zone

Stadtteil

noun

abgegrenzter oder mit eigenem Namen versehener Teil einer Stadt oder Gemeinde
- Stadtteil → stadsdel

Cross Translation:

From	To	Via
• Stadtteil	→ kvarter	↔ buurt — een (deel van een) wijk
• Stadtteil	→ stadsdel	↔ wijk — een bewoond deel van een stad of een gemeente
• Stadtteil	→ kvarter	↔ quartier — quart, une des quatre parties plus ou moins égales d'un tout.