Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor Onkel (Duits) in het Zweeds
Onkel:
-
der Onkel
Vertaal Matrix voor Onkel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
farbror | Onkel | |
morbror | Onkel |
Synoniemen voor "Onkel":
Wiktionary: Onkel
Onkel
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Onkel | → onkel; svåger; mor; ingift; morbror | ↔ maternal uncle — brother of one's mother |
• Onkel | → farbror; onkel; far; svåger; ingift | ↔ paternal uncle — brother of one's father |
• Onkel | → onkel; farbror; far; svåger; ingift; morbror; mor | ↔ uncle — brother (or brother-in-law) of someone’s parent |
• Onkel | → onkel; morbror; farbror | ↔ oom — broer of zwager van iemands vader of moeder |
• Onkel | → onkel; morbror; farbror | ↔ onkel — broer of zwager van iemands vader of moeder |
• Onkel | → onkel; morbror; farbror | ↔ nonkel — broer of zwager van iemands vader of moeder |
• Onkel | → farbror; farbroder; morbroder; morbror | ↔ oncle — fami|fr frère ou beau-frère du père ou de la mère. |
Zweeds