Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Korpus:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Korpus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Korpus (Duits) in het Zweeds

Korpus:

Korpus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Korpus (Körper; Rumpf)
    kropp; lekamen
    • kropp [-en] zelfstandig naamwoord
    • lekamen zelfstandig naamwoord
  2. der Korpus (Körper)
    kropp; corpus
    • kropp [-en] zelfstandig naamwoord
    • corpus zelfstandig naamwoord
  3. der Korpus (Flugzeugrumpf; Gerüst)
    flygplanskropp

Vertaal Matrix voor Korpus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corpus Korpus; Körper
flygplanskropp Flugzeugrumpf; Gerüst; Korpus
kropp Korpus; Körper; Rumpf Körper
lekamen Korpus; Körper; Rumpf

Synoniemen voor "Korpus":


Wiktionary: Korpus

Korpus
noun
  1. scherzhaft: Körper
  2. Schriftgrad von 10 Punkt
  3. das Grundteil eines Möbelstücks (ohne Türen usw.)
  4. Resonanzkörper eines Saiteninstruments
  5. Linguistik, speziell Korpuslinguistik: Sammlung sprachlicher Gegenstände (Wörter, Sätze, Texte) als Gegenstand sprachwissenschaftlicher Analyse



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Korpus (Zweeds) in het Duits