Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Porto:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. porto:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Porto (Duits) in het Zweeds

Porto:

Porto [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Porto (Frankierkosten; Zustellgebühr)
    porto; postporto; postbefordringsavgift
  2. Porto (Portwein)
    porto
    • porto [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Porto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
porto Frankierkosten; Porto; Portwein; Zustellgebühr
postbefordringsavgift Frankierkosten; Porto; Zustellgebühr
postporto Frankierkosten; Porto; Zustellgebühr

Synoniemen voor "Porto":


Wiktionary: Porto

Porto
noun
  1. Kosten, die für Postsendungen fällig werden

Cross Translation:
FromToVia
Porto porto postage — charge
Porto porto; befrielse affranchissementaction de rendre libre, action d'affranchir.
Porto bärande portenfoncement, naturel ou artificiel, de la mer dans les terres, offrant aux bateaux un abri contre les vents et les tempêtes.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Porto (Zweeds) in het Duits

porto:

porto [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. porto
    der Portwein; Porto
    • Portwein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Porto [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. porto (postporto; postbefordringsavgift)
    die Frankierkosten; Porto; die Zustellgebühr

Vertaal Matrix voor porto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Frankierkosten porto; postbefordringsavgift; postporto
Porto porto; postbefordringsavgift; postporto
Portwein porto
Zustellgebühr porto; postbefordringsavgift; postporto leveransavgifter

Synoniemen voor "porto":


Wiktionary: porto

porto
noun
  1. Kosten, die für Postsendungen fällig werden

Cross Translation:
FromToVia
porto Porto postage — charge
porto Briefporto; Frankierung; Freimachen; Frankatur; Porto; Postgebühr; Frankieren; Entsatz affranchissementaction de rendre libre, action d'affranchir.