Feinheit: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Feinheit:
- känslighet; finhet; vekhet; ömtålighet; skirhet; spädhet; förbättring; rening; finess; förfining; raffinemang; elegans
Wiktionary:
- Feinheit → förnämhet, detalj, detaljrikedom, utsökthet, finhet
- Feinheit → delikatess, subtilitet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Feinheit (Duits) in het Zweeds

die Feinheit (Dünne)
känslighet; finhet; vekhet; ömtålighet; skirhet; spädhet
- känslighet [-en] zelfstandig naamwoord
- finhet [-en] zelfstandig naamwoord
- vekhet [-en] zelfstandig naamwoord
- ömtålighet [-en] zelfstandig naamwoord
- skirhet [-en] zelfstandig naamwoord
- spädhet zelfstandig naamwoord
die Feinheit (Finesse; Raffinement)
förbättring; rening; finess; förfining; raffinemang
- förbättring [-en] zelfstandig naamwoord
- rening [-en] zelfstandig naamwoord
- finess [-en] zelfstandig naamwoord
- förfining [-en] zelfstandig naamwoord
- raffinemang [-ett] zelfstandig naamwoord
die Feinheit (Eleganz; Finesse; Schick; Raffinement)
elegans; finess
- elegans [-en] zelfstandig naamwoord
- finess [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elegans	Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick	Allüren; Ansicht; Aussehen; Eleganz; Erscheinung; Erscheinungsform; Grazie; Statur; Zierlichkeit
finess	Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick	Veredelung; Verfeinerung
finhet	Dünne; Feinheit	Takt; Zartgefühl
förbättring	Feinheit; Finesse; Raffinement	Abwandeln; Amendieren; Ausbesserung; Flickarbeit; Nuancierung; Reform
förfining	Feinheit; Finesse; Raffinement	Anbau; Zucht
känslighet	Dünne; Feinheit	Empfindlichkeit; Empfindsamkeit; Empfänglichkeit; Erregbarkeit; Feinfühligkeit; Reizbarkeit; Sensitivität; Takt; Verletzbarkeit; Vertraulichkeitsstufe; Zartgefühl; Zimperlichkeit; Zärtlichkeit; Überempfindlichkeit
raffinemang	Feinheit; Finesse; Raffinement	Veredelung; Verfeinerung
rening	Feinheit; Finesse; Raffinement	Klärung; Läuterung; Veredelung; Verfeinerung
skirhet	Dünne; Feinheit
spädhet	Dünne; Feinheit
vekhet	Dünne; Feinheit
ömtålighet	Dünne; Feinheit	Empfindlichkeit; Empfindsamkeit; Empfänglichkeit; Erregbarkeit; Sensitivität; Verletzbarkeit; Zartgefühl; Zartheit; Zerbrechlichkeit; Zärtlichkeit

Feinheit

noun

angebliche oder tatsächliche Vornehmheit
- Feinheit → förnämhet
kleine Einzelheiten (z.B. an Kunstgegenständen)
- Feinheit → detalj; detaljrikedom; utsökthet
feine Beschaffenheit eines Stoffes, einer Struktur
- Feinheit → finhet

Cross Translation:

From	To	Via
• Feinheit	→ delikatess	↔ delicacy — quality of being delicate
• Feinheit	→ subtilitet	↔ subtlety — quality or act of being subtle