Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Köder:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. koder:


Duits

Uitgebreide vertaling voor köder (Duits) in het Zweeds

Köder:

Köder [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Köder (Lockvogel; Lockmittel)
    lockfågel

Vertaal Matrix voor Köder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lockfågel Köder; Lockmittel; Lockvogel

Synoniemen voor "Köder":


Wiktionary: Köder

Köder
noun
  1. Lockmittel, um Tiere anzulocken

Cross Translation:
FromToVia
Köder agn; bete lure — artificial fishing bait



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor köder (Zweeds) in het Duits

koder:

koder zelfstandig naamwoord

  1. koder
    die Kodierungen; die Codes

Vertaal Matrix voor koder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Codes koder
Kodierungen koder