Duits
Uitgebreide vertaling voor Reststück (Duits) in het Zweeds
Reststück: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Rest: överskott; rester; återstoder; kvarstoder; rest; duk; tugga; trasa; lämning; återstod; avlagring; sediment; putstrasa; överbliven mat; mosad mat; kupong; voucher
- Stück: del; element; ingrediens; beståndsdel; bit; skådespel; kontingent; stycke; klump; portion; klimp; kupong; voucher; skiva; liten del; duk; trasa; putstrasa; sektion; segment; liten bit
Spelling Suggesties voor: Reststück
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Suggesties voor Reststück in het Zweeds
Spelling Suggesties voor: Reststück
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: