Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Geschäftsjahr

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Geschäftsjahr

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Geschäftsjahr:
- financiella år; räkenskapsår
Wiktionary:
- Geschäftsjahr → räkenskapsår
- Geschäftsjahr → budgetår, finansår, räkenskapsår

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschäftsjahr (Duits) in het Zweeds

Geschäftsjahr:

Geschäftsjahr [das ~] zelfstandig naamwoord

Geschäftsjahr
financiella år
- financiella år zelfstandig naamwoord
Geschäftsjahr
räkenskapsår
- räkenskapsår

Vertaal Matrix voor Geschäftsjahr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
financiella år	Geschäftsjahr
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
räkenskapsår	Geschäftsjahr

Synoniemen voor "Geschäftsjahr":

Finanzjahr; Fiskaljahr; Rechnungsjahr; Wirtschaftsjahr; Abstand; Intervall; Dauer; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne

Wiktionary: Geschäftsjahr

Geschäftsjahr

noun

Wirtschaft: Zeitraum, für den ein Unternehmen das Ergebnis seiner geschäftlichen Tätigkeit in einem Jahresabschluss zusammenfasst
- Geschäftsjahr → räkenskapsår

Cross Translation:

From	To	Via
• Geschäftsjahr	→ budgetår; finansår; räkenskapsår	↔ fiscal year — accounting period of one year
• Geschäftsjahr	→ räkenskapsår	↔ exercice — Année financière