Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Gerechtigkeit

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Gerechtigkeit

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gerechtigkeit:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gerechtigkeit (Duits) in het Zweeds

Gerechtigkeit:

Gerechtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gerechtigkeit (Recht)
    rätt; rättvisa
    • rätt [-en] zelfstandig naamwoord
    • rättvisa [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Gerechtigkeit (Recht)
    riktighet; korrekthet
  3. die Gerechtigkeit (Recht)
    rättvisa
  4. die Gerechtigkeit (Rechtsprechung; Jurisdiktion; Gerichtsbarkeit)
    domsaga; rätt; jurisdiktion; rättsskipning
  5. die Gerechtigkeit (Ehrlichkeit; Aufrichtigkeit; Wahrheitssinn)
    ärlighet; rättskaffenhet; redbarhet; uppriktighet
  6. die Gerechtigkeit (Aufrichtigkeit; Offenheit; Ehrlichkeit; )
    sanningen

Vertaal Matrix voor Gerechtigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
domsaga Gerechtigkeit; Gerichtsbarkeit; Jurisdiktion; Rechtsprechung
jurisdiktion Gerechtigkeit; Gerichtsbarkeit; Jurisdiktion; Rechtsprechung Gerichtsbarkeit; Gerichtsbezirk; Gerichtsstand; Rechtsgebiet; juristisches Gebied
korrekthet Gerechtigkeit; Recht Akkuratesse; Genauigkeit; Korrektheit; Präzision; Sorgfalt
redbarhet Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Gerechtigkeit; Wahrheitssinn
riktighet Gerechtigkeit; Recht Akkuratesse; Aufmerksamkeit; Genauigkeit; Gewissenhaftigkeit; Korrektheit; Präzision; Sorgfalt
rätt Gerechtigkeit; Gerichtsbarkeit; Jurisdiktion; Recht; Rechtsprechung Gericht; Gerichtshof; Speise
rättskaffenhet Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Gerechtigkeit; Wahrheitssinn Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit
rättsskipning Gerechtigkeit; Gerichtsbarkeit; Jurisdiktion; Rechtsprechung
rättvisa Gerechtigkeit; Recht Justiz; Vernünftigkeit; mit Rede
sanningen Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Geradheit; Gerechtigkeit; Herzlichkeit; Offenheit; Offenherzigkeit; Wahrheitssinn
uppriktighet Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Gerechtigkeit; Wahrheitssinn Aufrichtigkeit; Freimut; Freimütigkeit; Herzlichkeit; Integrität; Rechtschaffenheit; Unbestechlichkeit; Wohlgemeintheit
ärlighet Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Gerechtigkeit; Wahrheitssinn Aufrichtigkeit; Binsenweisheit; Ehrlichkeit; Geradheit; Herzlichkeit; Offenheit; Wohlgemeintheit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
riktighet genau; prezies; richtig; wahr
rätt geziemend; passend
sanningen wahrheitsgetreu

Synoniemen voor "Gerechtigkeit":


Wiktionary: Gerechtigkeit

Gerechtigkeit
noun
  1. veraltet: Gerechtsame, Nutzungsrecht an einem Grundstück
  2. Einstellung, Prinzip, Zustand, bei denen jede Person das erhalten, was ihr zustehen
Cross Translation:
FromToVia
• Gerechtigkeit → rättvisa ↔ justice — state of being just or fair

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0432 seconde
Page rendered in 1.0 seconds