Front: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Front:
- framsikt; framsida; front; stridslinje; ansikte; fasad; ansikte utåt; framsidesyta
Wiktionary:
- Front → frontlinje, front
- Front → framsida, front, panna

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

front:
- Front; Vorderseite; Frontlinie; Gefechtslinie; Fassade; Giebel; Vordere Giebel; Spitze; Vorderrand; Gesicht; vordere Ende
Wiktionary:
- front → Front
- front → Front, Wetterfront, Frontlinie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Front (Duits) in het Zweeds

Front:

Front [die ~] zelfstandig naamwoord

die Front (Vorderansicht; Fassade; Vorderrand)
framsikt
- framsikt zelfstandig naamwoord
die Front (Vorseite; Vorderseite; Angesicht; Fassade)
framsida
- framsida [-en] zelfstandig naamwoord
die Front (Gefechtslinie; Vorderseite; Frontlinie; Fassade)
front; stridslinje
- front [-en] zelfstandig naamwoord
- stridslinje zelfstandig naamwoord
die Front (Vordere Giebel; Vorderseite; Giebel; Fassade; Spitze; Vorderrand; Gesicht; vordere Ende)
ansikte; fasad; front; ansikte utåt
- ansikte [-ett] zelfstandig naamwoord
- fasad [-en] zelfstandig naamwoord
- front [-en] zelfstandig naamwoord
- ansikte utåt zelfstandig naamwoord
die Front (Vorderseite; vordere Ende; Fassade)
front
- front [-en] zelfstandig naamwoord
die Front (Fassade)
framsidesyta; fasad; framsida; front
- framsidesyta zelfstandig naamwoord
- fasad [-en] zelfstandig naamwoord
- framsida [-en] zelfstandig naamwoord
- front [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Front:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ansikte	Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende	Anblick; Antlitz; Gesicht; Schauspiel; Szene
ansikte utåt	Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende
fasad	Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende	Deckmantel; Fassade; Finier; Freitreppe; Ladenfront; untere Front
framsida	Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite	Aufriß; Vorderansicht; Vorderränder
framsidesyta	Fassade; Front
framsikt	Fassade; Front; Vorderansicht; Vorderrand
front	Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende
stridslinje	Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Vorderseite

Synoniemen voor "Front":

Vorderseite
Frontlinie; Gefechtsfeld; Kampfgebiet; Kampfplatz; Kampfzone; Kriegsgebiet; Linie; Schlachtfeld

Wiktionary: Front

Front

noun

Politik: politisch orientierte Gesinnungen
- Front → frontlinje
Militär: Angrenzung (Grenzlinie) zum Gegner
- Front → front
Meteorologie: eine plötzlich auftretende Grenze ungleicher Luftmassen
- Front → front

Cross Translation:

From	To	Via
• Front	→ framsida	↔ front — main entrance side
• Front	→ front	↔ front — meteorology: interface between airmasses
• Front	→ front	↔ front — military: area or line of conflict
• Front	→ panna	↔ front — À trier

Verwante vertalingen van Front

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Front (Zweeds) in het Duits

front:

front [-en] zelfstandig naamwoord

front (stridslinje)
die Front; die Vorderseite; die Frontlinie; die Gefechtslinie; die Fassade
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Frontlinie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gefechtslinie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
front (ansikte; fasad; ansikte utåt)
die Vorderseite; der Giebel; die Fassade; der Vordere Giebel; die Spitze; die Front; der Vorderrand; Gesicht; vordere Ende
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Giebel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vordere Giebel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitze [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vorderrand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gesicht [das ~] zelfstandig naamwoord
- vordere Ende [das ~] zelfstandig naamwoord
front
die Vorderseite; die Front; vordere Ende; die Fassade
- Vorderseite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord
- vordere Ende [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
front (framsidesyta; fasad; framsida)
die Fassade; die Front
- Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Front [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor front:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fassade	ansikte; ansikte utåt; fasad; framsida; framsidesyta; front; stridslinje	bluff; fasad; framsida; framsidan av huset; framsikt; föreställning; hyckleri; sken; utanverk
Front	ansikte; ansikte utåt; fasad; framsida; framsidesyta; front; stridslinje	framsida; framsikt
Frontlinie	front; stridslinje
Gefechtslinie	front; stridslinje
Gesicht	ansikte; ansikte utåt; fasad; front	anlete; anseende; ansikte; bulle; hårknut; utseende
Giebel	ansikte; ansikte utåt; fasad; front
Spitze	ansikte; ansikte utåt; fasad; front	bergskrön; bergstopp; bård; fjälltopp; framskjutande del; fransar; frontposition; försprång; första plats; höjdpunkt; höjdpunkten; kamm; kordong; krona; krön; kulmination; ledande; ledning; munkklippning; ovansida; snöre; spets; spetstyg; spira; tonsur; topp; tornspira
Vordere Giebel	ansikte; ansikte utåt; fasad; front
Vorderrand	ansikte; ansikte utåt; fasad; front	framkant på vinge; framsikt
Vorderseite	ansikte; ansikte utåt; fasad; front; stridslinje	framsida
vordere Ende	ansikte; ansikte utåt; fasad; front

Synoniemen voor "front":

fasad; framsida

Wiktionary: front

front

noun

Militär: Angrenzung (Grenzlinie) zum Gegner
- Front → front
Meteorologie: eine plötzlich auftretende Grenze ungleicher Luftmassen
- Front → front

Cross Translation:

From	To	Via
• front	→ Front; Wetterfront	↔ front — meteorology: interface between airmasses
• front	→ Frontlinie; Front	↔ front — military: area or line of conflict

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Front

Uitgebreide vertaling voor Front (Duits) in het Zweeds

Front:

Front [die ~] zelfstandig naamwoord

die Front (Vorderansicht; Fassade; Vorderrand)

die Front (Vorseite; Vorderseite; Angesicht; Fassade)

die Front (Gefechtslinie; Vorderseite; Frontlinie; Fassade)

die Front (Vordere Giebel; Vorderseite; Giebel; Fassade; Spitze; Vorderrand; Gesicht; vordere Ende)

die Front (Vorderseite; vordere Ende; Fassade)

die Front (Fassade)

Vertaal Matrix voor Front:

Synoniemen voor "Front":

Wiktionary: Front

Verwante vertalingen van Front

Uitgebreide vertaling voor Front (Zweeds) in het Duits

front:

front [-en] zelfstandig naamwoord

front (stridslinje)

front (ansikte; fasad; ansikte utåt)

front

front (framsidesyta; fasad; framsida)

Vertaal Matrix voor front:

Synoniemen voor "front":

Wiktionary: front