Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: stiften

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: stiften

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stiften:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor stiften (Duits) in het Zweeds

stiften:

stiften werkwoord (stifte, stiftest, stiftet, stiftete, stiftetet, gestiftet)

  1. stiften (schenken; geben; verschenken; )
    ge en present
    • ge en present werkwoord (ger en present, gav en present, givit en present)
  2. stiften (spenden; geben; schenken; )
    donera; skänka; ge
    • donera werkwoord (donerar, donerade, donerat)
    • skänka werkwoord (skänker, skänkte, skänkt)
    • ge werkwoord (ger, gav, givit)
  3. stiften (etablieren; gründen; errichten; erden)
    etablera; lägga grunderna
    • etablera werkwoord (etablerar, etablerade, etablerat)
    • lägga grunderna werkwoord (lägger grunderna, lade grunderna, lagt grunderna)

Conjugations for stiften:

Präsens
  1. stifte
  2. stiftest
  3. stiftet
  4. stiften
  5. stiftet
  6. stiften
Imperfekt
  1. stiftete
  2. stiftetest
  3. stiftete
  4. stifteten
  5. stiftetet
  6. stifteten
Perfekt
  1. habe gestiftet
  2. hast gestiftet
  3. hat gestiftet
  4. haben gestiftet
  5. habt gestiftet
  6. haben gestiftet
1. Konjunktiv [1]
  1. stifte
  2. stiftest
  3. stifte
  4. stiften
  5. stiftet
  6. stiften
2. Konjunktiv
  1. stiftete
  2. stiftetest
  3. stiftete
  4. stifteten
  5. stiftetet
  6. stifteten
Futur 1
  1. werde stiften
  2. wirst stiften
  3. wird stiften
  4. werden stiften
  5. werdet stiften
  6. werden stiften
1. Konjunktiv [2]
  1. würde stiften
  2. würdest stiften
  3. würde stiften
  4. würden stiften
  5. würdet stiften
  6. würden stiften
Diverses
  1. stift!
  2. stiftet!
  3. stiften Sie!
  5. gestiftet
  6. stiftend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor stiften:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skänka Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donera ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken
etablera erden; errichten; etablieren; gründen; stiften errichten; gründen
ge ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken besorgen; bringen; darreichen; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; ins Haus schicken; langen nach; reichen; reichen bis; rundbringen; zustellen
ge en present donieren; geben; gießen; schenken; stiften; verschenken; weggeben
lägga grunderna erden; errichten; etablieren; gründen; stiften
skänka ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken

Synoniemen voor "stiften":


Wiktionary: stiften

stiften
verb
  1. (transitiv) im engeren Sinne: einer Stiftung Geld oder andere Werte geben
  2. (transitiv) im weiteren Sinne: spenden
Cross Translation:
FromToVia
• stiften → skänka; donera ↔ donate — to give away something of value

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0721 seconde
Page rendered in 1.0 seconds