Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Motorrad:
-
Wiktionary:
- Motorrad → motorcykel
- Motorrad → båge, motorcykel, MC, mc
Duits
Uitgebreide vertaling voor Motorrad (Duits) in het Zweeds
Motorrad:
-
Motorrad (Mofa)
motorcyckel-
motorcyckel zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Motorrad:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
motorcyckel | Mofa; Motorrad |
Synoniemen voor "Motorrad":
Wiktionary: Motorrad
Motorrad
Cross Translation:
noun
-
zweirädriges, einspuriges Fahrzeug mit Antriebsmotor
- Motorrad → motorcykel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Motorrad | → båge; motorcykel; MC; mc | ↔ bike — motorcycle |
• Motorrad | → motorcykel | ↔ motorcycle — open-seated motor-powered vehicle with two wheels |
• Motorrad | → motorcykel | ↔ moto — véhicule motorisé à deux roues de puissance suffisante pour rouler sur les routes au même titre que les automobiles. |
• Motorrad | → motorcykel | ↔ motocyclette — (vieilli) véhicule à deux roues, disposé comme une bicyclette et actionner par un moteur. |
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor Motorrad (Zweeds) in het Duits
Motorrad: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- motor: Antrieb; Motor; Antriebskraft; Triebkraft; Kraftwerkzeug; Lokomotive; Modul
- rad: Reihe; Folge; Kette; Reihenfolge; Serie; Abfolge; Verkettung; Aneinanderreihung; Erkettung; Serien; Zyklus; Aufeinanderfolge; Stau; Zeile; Linie; Sätze; Schlange; Nachfolge; Leine; Reihen; Sequenz; Kolonne; Erbfolge; Stauung; Kahnfahrt; Stockung; Sukzession; Aneinanderreihungen
- råd: Rat; Raten; Ratschlag; Beraten; Empfehlung; Mahnung; Tadel; Referenz; Verwarnung; Ermahnung; Zurechtweisung
- räd: Streifzug; Raubzug; Plünderung; Angriff; Einfall; Treiben; Ansturm; Razzia; Hatz; Invasion; Erstürmung; Hetzjagd; Treibjagd; Bestürmung; überraschend eingreifende Polizeistreife