Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spat:
  2. spät:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spat:


Duits

Uitgebreide vertaling voor spät (Duits) in het Zweeds

Spat:

Spat [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spat
    spat
    • spat zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spat Spat

spät:

spät bijvoeglijk naamwoord

  1. spät
    sen
    • sen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor spät:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sen spät später

Synoniemen voor "spät":


Wiktionary: spät

spät
adjective
  1. zeitlich fortgeschritten, kurz vor Schluss, gegen Ende
    • spätsen
  2. zeitlich weiter hinten liegend, zu einem weiter hinten liegenden Zeitpunkt als erwartet
    • spätsen

Cross Translation:
FromToVia
spät sent late — near the end of a period of time



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spät (Zweeds) in het Duits

spat:

spat zelfstandig naamwoord

  1. spat
    der Spat
    • Spat [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Spat spat