Massiv: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

massiv:
- kraftig; massivt; kraftigt byggd; kraftigt; kraftigt byggt
Wiktionary:
- massiv → kraftig, massiv, solid
- massiv → massiv

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

massiv:
- massig; heftig; intensiv; schwerwiegend
- Gebirgsmassiv
Wiktionary:
- massiv → massiv, massig, gediegen
- massiv → Massiv
- massiv → Massiv, fest, massiv, kompakt

Duits

Uitgebreide vertaling voor massiv (Duits) in het Zweeds

massiv:

massiv bijvoeglijk naamwoord

massiv (robust; schwer; hart; stark; kräftig; stabil; stramm; forsch; stämmig; klotzig)
kraftig; massivt; kraftigt byggd; kraftigt; kraftigt byggt
- kraftig bijvoeglijk naamwoord
- massivt bijvoeglijk naamwoord
- kraftigt byggd bijvoeglijk naamwoord
- kraftigt bijvoeglijk naamwoord
- kraftigt byggt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor massiv:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kraftig	forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig	derb; drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; fest; feurig; gereizt; gewaltsam; grob; grobknochig; grobschlächtig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kräftig; kräftige; lebenskräftig; rüde; schlimm; schroff; schwer; stark; ungeschliffen; vital
kraftigt	forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig	ausdrücklich; beleibt; derb; dick; drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; fest; fett; feurig; forsch; gereizt; gewaltsam; grob; grobknochig; grobschlächtig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; korpulent; kraftvoll; kräftig; kräftig gebaut; kräftig gebaut sein; kräftige; lebenskräftig; mit einer kräftigen Auswirkung; nachdrücklich; rüde; schlimm; schroff; schwer; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; umfangreich; ungeschliffen; vital; voluminös; wohlbeleibt
kraftigt byggd	forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig	derb; grob; rüde; schroff; schwer; ungeschliffen
kraftigt byggt	forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig
massivt	forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig	heftig; intensiv; massig; schwerwiegend

Synoniemen voor "massiv":

allerbest; ausgesprochen; außergewöhnlich; außerordentlich; besonders; enorm; sehr; sonderlich; stark; ungemein; zutiefst; äußerst; überaus
gedrungen; klein; kompakt; zusammengedrängt
dicht; eng; fest

Wiktionary: massiv

massiv

adjective

äußerst nachhaltig, von großem Umfang, stark
- massiv → kraftig
in Bezug auf unangenehme Dinge: sehr heftig
- massiv → massiv
durch und durch aus einem Material bestehend
- massiv → massiv; solid
in Massivbauweise
- massiv → solid

Cross Translation:

From	To	Via
• massiv	→ massiv	↔ solid — large, massive
• massiv	→ massiv	↔ massif — de masse, gros

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor massiv (Zweeds) in het Duits

massiv:

massiv bijvoeglijk naamwoord

massiv (massivt)
massig
- massig bijvoeglijk naamwoord
massiv (intensiv; häftigt; våldsamt; våldsam; kraftigt; massivt)
heftig; intensiv
- heftig bijvoeglijk naamwoord
- intensiv bijvoeglijk naamwoord
massiv (ovig; tungt; ovigt; massivt)
schwerwiegend
- schwerwiegend bijvoeglijk naamwoord

massiv [-ett] zelfstandig naamwoord

massiv (bergmassiv)
Gebirgsmassiv
- Gebirgsmassiv [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor massiv:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gebirgsmassiv	bergmassiv; massiv
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
heftig	häftigt; intensiv; kraftigt; massiv; massivt; våldsam; våldsamt	bitter; bittet; brutalt; folkilskt; förbittrat; hetlevrat; hetsig; hetsigt; hett temperament; häftig; häftighet; häftigt; hämningslös; hämningslöst; hänsynslös; hänsynslöst; hård; hårt; ilsken; ilsket; innerlig; innerligt; kraftig; kraftigt; lidelse; obalanserat; obegränsat; obehärskad; obehärskat; obärbar; obärbart; ohörsam; ohörsamt; omänskligt; oregerlig; oregerligt; rå; rått; stormig; stormigt; vildsint; vilt; våldsam; våldsamt
intensiv	häftigt; intensiv; kraftigt; massiv; massivt; våldsam; våldsamt	energiskt; häftigt; hård; hårt; innerlig; innerligt; kraftfullt; kraftig; kraftigt; livskraftig; livskraftigt; spänstig; spänstigt; våldsamt
massig	massiv; massivt
schwerwiegend	massiv; massivt; ovig; ovigt; tungt

Synoniemen voor "massiv":

kompakt; tät; väldig; kraftig; stor; helgjuten; bastant; gedigen; solid; grov

Wiktionary: massiv

massiv

adjective

in Bezug auf unangenehme Dinge: sehr heftig
- massiv → massiv
durch und durch aus einem Material bestehend
- massiv → massiv; solid
mit Masse ausgestattet; über genügend, ausreichend Masse verfügend
- massig → väldig; mäktig; massiv
Metalle: in elementarer Form (nicht als Erz) vorkommend
- gediegen → ren; massiv; gedigen

noun

Geografie: zusammengehörende, kompakte Berggruppe, die eine Einheit bildet
- Massiv → massiv

Cross Translation:

From	To	Via
• massiv	→ Massiv	↔ massif — a principal mountain mass
• massiv	→ fest; massiv	↔ solid — large, massive
• massiv	→ kompakt	↔ solid — lacking holes or hollows
• massiv	→ massiv	↔ massif — de masse, gros

Computer vertaling door derden:

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: massiv

Uitgebreide vertaling voor massiv (Duits) in het Zweeds

massiv:

massiv bijvoeglijk naamwoord

massiv (robust; schwer; hart; stark; kräftig; stabil; stramm; forsch; stämmig; klotzig)

Vertaal Matrix voor massiv:

Synoniemen voor "massiv":

Wiktionary: massiv

Uitgebreide vertaling voor massiv (Zweeds) in het Duits

massiv:

massiv bijvoeglijk naamwoord

massiv (massivt)

massiv (intensiv; häftigt; våldsamt; våldsam; kraftigt; massivt)

massiv (ovig; tungt; ovigt; massivt)

massiv [-ett] zelfstandig naamwoord

massiv (bergmassiv)

Vertaal Matrix voor massiv:

Synoniemen voor "massiv":

Wiktionary: massiv