Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: ermutigen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: ermutigen

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ermutigen:
  2. Ermutigen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor ermutigen (Duits) in het Zweeds

ermutigen:

ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)

  1. ermutigen (komplimentieren; bejauchzen; feiern; )
    uppmuntra; främja; stimulera; ingiva mod
    • uppmuntra werkwoord (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • främja werkwoord (främjar, främjade, främjat)
    • stimulera werkwoord (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
    • ingiva mod werkwoord (ingiver mod, ingav mod, ingivit mod)
  2. ermutigen (anregen; stimulieren; reizen; )
    driva på
    • driva på werkwoord (driver på, drev på, drivit på)
  3. ermutigen (jemand motivieren; motivieren; anfeuern; )
    stimulera; motivera någon
    • stimulera werkwoord (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
    • motivera någon werkwoord (motiverar någon, motiverade någon, motiverat någon)
  4. ermutigen (stimulieren; fördern)
    stimulera
    • stimulera werkwoord (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
  5. ermutigen (anspornen; motivieren; stimulieren; ermuntern; animieren)
    påskynda; skjuta på
    • påskynda werkwoord (påskyndar, påskyndade, påskyndat)
    • skjuta på werkwoord (skjuter på, sköt på, skjutit på)
  6. ermutigen (motivieren; unterstützen; anfeuern; )
    uppmuntra; motivera
    • uppmuntra werkwoord (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • motivera werkwoord (motiverar, motiverade, motiverat)
  7. ermutigen (aufmuntern; trösten; aufrichten; aufheitern)
    uppmuntra
    • uppmuntra werkwoord (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)

Conjugations for ermutigen:

Präsens
  1. ermutige
  2. ermutigst
  3. ermutigt
  4. ermutigen
  5. ermutigt
  6. ermutigen
Imperfekt
  1. ermutigte
  2. ermutigtest
  3. ermutigte
  4. ermutigten
  5. ermutigtet
  6. ermutigten
Perfekt
  1. bin ermutigt
  2. bist ermutigt
  3. ist ermutigt
  4. sind ermutigt
  5. seid ermutigt
  6. sind ermutigt
1. Konjunktiv [1]
  1. ermutige
  2. ermutigest
  3. ermutige
  4. ermutigen
  5. ermutiget
  6. ermutigen
2. Konjunktiv
  1. ermutigte
  2. ermutigtest
  3. ermutigte
  4. ermutigten
  5. ermutigtet
  6. ermutigten
Futur 1
  1. werde ermutigen
  2. wirst ermutigen
  3. wird ermutigen
  4. werden ermutigen
  5. werdet ermutigen
  6. werden ermutigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ermutigen
  2. würdest ermutigen
  3. würde ermutigen
  4. würden ermutigen
  5. würdet ermutigen
  6. würden ermutigen
Diverses
  1. ermutig!
  2. ermutigt!
  3. ermutigen Sie!
  5. ermutigt
  6. ermutigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ermutigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulera Anmutigungen; Zusprüche
uppmuntra Anmutigungen; Zusprüche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driva på ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen antreiben; aufjagen; aufpeitschen; aufreizen; hetzen; jemanden zu etwas ermuntern; provuzieren
främja anblasen; anfachen; anschüren; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
ingiva mod anblasen; anfachen; anschüren; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
motivera anfeuern; anspornen; antreiben; aufmuntern; ermuntern; ermutigen; motivieren; unterstützen
motivera någon anfeuern; animieren; anspornen; ermuntern; ermutigen; jemand motivieren; motivieren; stimulieren
påskynda animieren; anspornen; ermuntern; ermutigen; motivieren; stimulieren avancieren; befördern; beschleunigen; früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen
skjuta på animieren; anspornen; ermuntern; ermutigen; motivieren; stimulieren aufschieben; beschießen; hinausschieben; schießen auf; verlegen; verschieben; vertagen
stimulera anblasen; anfachen; anfeuern; animieren; anschüren; anspornen; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; jemand motivieren; jubeln; komplimentieren; motivieren; schüren; stimulieren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen aktivieren; anregen; bejauchzen; bejubeln; beleben; ermuntern; feiern; hervorrufen; jubeln; komplimentieren; neubeleben; stimulieren; wecken; zujauchzen; zujubeln
uppmuntra anblasen; anfachen; anfeuern; anschüren; anspornen; antreiben; aufheitern; aufmuntern; aufrichten; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; komplimentieren; motivieren; schüren; trösten; unterstützen; zujauchzen; zujubeln; zusprechen Mut zusprechen; anfeuern; anheizen; anmutigen; anspornen; aufmuntern; aufrichten; bejauchzen; bejubeln; beruhigen; beschwichtigen; ermuntern; feiern; jemand begunstigen; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; provuzieren; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen; zujauchzen; zujubeln
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppmuntra aufgemuntert

Synoniemen voor "ermutigen":


Wiktionary: ermutigen

ermutigen
verb
  1. jemandem zureden, etwas zu tun
Cross Translation:
FromToVia
• ermutigen → muntra upp ↔ cheer up — to make someone happy
• ermutigen → uppmuntra ↔ encourage — mentally support or motivate
• ermutigen → uppmuntra ↔ encourager — inciter à avoir du courage.
• ermutigen → uppreta ↔ hérisser — dresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux.

Ermutigen:

Ermutigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ermutigen (Anfeuern; Antreiben; Anreizen)
    motivation

Vertaal Matrix voor Ermutigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motivation Anfeuern; Anreizen; Antreiben; Ermutigen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0403 seconde
Page rendered in 1.0 seconds