Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Trichter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Trichter (Duits) in het Zweeds

Trichter:

Trichter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Trichter (Fülltrichter)
    tratt; lufthål
    • tratt [-en] zelfstandig naamwoord
    • lufthål zelfstandig naamwoord
  2. der Trichter (Fülltrichter)
    sopnedkast
  3. der Trichter (Sprachrohr; Megaphon)
    språkrör
  4. der Trichter (Sprachrohr)
    talrör

Trichter

  1. Trichter

Vertaal Matrix voor Trichter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lufthål Fülltrichter; Trichter Luftlöcher; Lüftungsrost; Zuglöcher
sopnedkast Fülltrichter; Trichter Müllschlucker; Schüttlöcher
språkrör Megaphon; Sprachrohr; Trichter Organ; Sprachrohr
talrör Sprachrohr; Trichter
tratt Fülltrichter; Trichter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tratt Trichter

Synoniemen voor "Trichter":


Wiktionary: Trichter

Trichter
noun
  1. kegelförmiges, oben weites und unten enges Rohr zum Einfüllen

Cross Translation:
FromToVia
Trichter tratt funnel — utensil used to guide poured liquids
Trichter tratt entonnoirinstrument formé d'un cône renversé, dont la pointe est prolongée par un tube à l'aide duquel on verser un liquide dans un récipient.