Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vorig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorig (Duits) in het Zweeds

vorig:

vorig bijvoeglijk naamwoord

  1. vorig
    föregående; sista
  2. vorig (ehemalig; früher; seinerzeitig)
    försenad; förra; försenat; ex-
  3. vorig (letzt)
    sista
    • sista bijvoeglijk naamwoord
  4. vorig (vorangehend; vorhergehend; früher)
    preliminär; preliminärt
  5. vorig (früher; vorhergehend; vorangehend)
    föregående

Vertaal Matrix voor vorig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förra Vorhergehende; Vorige
sista Letzte; Letzten; Vorhergehende; Vorige
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
föregående vorherige Aktivität
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ex- ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
föregående früher; vorangehend; vorhergehend; vorig bevor; vorher; zuvor
förra ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
försenad ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
försenat ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
preliminär früher; vorangehend; vorhergehend; vorig
preliminärt früher; vorangehend; vorhergehend; vorig
sista letzt; vorig

Synoniemen voor "vorig":

  • vorangegangen; vorherig

Wiktionary: vorig


Cross Translation:
FromToVia
vorig förgången passé — Qui est périmé.