Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Jude

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Jude

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Jude:
- jude; hebreiska
Wiktionary:
- Jude → jude
- Jude → jude

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

jude:
- Jude; hebräisch
Wiktionary:
- jude → Jude
- jude → Jüdin, Jude

Duits

Uitgebreide vertaling voor Jude (Duits) in het Zweeds

Jude:

Jude [der ~] zelfstandig naamwoord

der Jude
jude; hebreiska
- jude [-en] zelfstandig naamwoord !
- hebreiska [-en] zelfstandig naamwoord
der Jude
jude
- jude [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jude:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hebreiska	Jude
jude	Jude	hebräisch

Wiktionary: Jude

Jude

noun

ein Mensch (meist Mann), welcher der Ethnie der Juden angehört
- Jude → jude
ein Mensch (meist Mann), welcher der Religion des Judentums angehört
- Jude → jude

Cross Translation:

From	To	Via
• Jude	→ jude	↔ Jew — person of the Jewish faith
• Jude	→ jude	↔ Jew — a person with a Jewish cultural or ancestral connection
• Jude	→ jude	↔ Jood — een aanhanger van het Joodse geloof, het Jodendom
• Jude	→ jude	↔ Juif — (histoire) Nom donné dans l’Antiquité aux habitants du royaume de Juda, en particulier aux Hébreux après leur retour de Babylone.

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Jude (Zweeds) in het Duits

jude:

jude [-en] zelfstandig naamwoord !

jude (hebreiska)
der Jude
- Jude [der ~] zelfstandig naamwoord
jude (hebré)
hebräisch
- hebräisch [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jude:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Jude	hebreiska; jude
hebräisch	hebré; jude

Wiktionary: jude

jude

noun

ein Mensch (meist Mann), welcher der Ethnie der Juden angehört
- Jude → jude
ein Mensch (meist Mann), welcher der Religion des Judentums angehört
- Jude → jude

Cross Translation:

From	To	Via
• jude	→ Jüdin; Jude	↔ Jew — person of the Jewish faith
• jude	→ Jüdin; Jude	↔ Jew — a person with a Jewish cultural or ancestral connection
• jude	→ Jüdin; Jude	↔ Jood — een aanhanger van het Joodse geloof, het Jodendom
• jude	→ Jude	↔ Juif — (histoire) Nom donné dans l’Antiquité aux habitants du royaume de Juda, en particulier aux Hébreux après leur retour de Babylone.