Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fenster:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fenster (Duits) in het Zweeds

Fenster:

Fenster [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fenster (Fensterglas; Glas; Fensterscheibe; Glasscheibe; Scheibe)
    fönsterglas
  2. Fenster
    fönster

Vertaal Matrix voor Fenster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fönster Fenster Bereich; Fensterbereich; Glasscheiben
fönsterglas Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe Fensterglas; Glas

Synoniemen voor "Fenster":

  • Bildschirmfenster; Window
  • Luke

Wiktionary: Fenster

Fenster
noun
  1. ein Bildschirmelement in der Informationstechnologie
  2. übertragen: eine zeitliche, temporäre Öffnung in einem (mitunter häufig auch abstrakten) Medium (wie zum Beispiel die Fenster der Planetenexkursionen oder ein Startfenster für einen Raketenstart)
  3. das gerahmte Glas, das in eine Fensteröffnung eingesetzt wird
  4. eine baulich verschieden ausgestaltete verglaste Öffnung in einem Bauwerk, deren hauptsächliche Funktion darin besteht, Licht in das Bauwerk zu führen und dieses zu belüften

Cross Translation:
FromToVia
Fenster fönster venster — Opening in de muur van een woning
Fenster fönster; ruta; vindöga; glugg window — opening for light and air
Fenster fönster window — area on a computer screen

Verwante vertalingen van Fenster