Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lancieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor lancieren (Duits) in het Zweeds

lancieren:

lancieren werkwoord

  1. lancieren (beim publikum einführen)
    lancera; släppa
    • lancera werkwoord (lancerar, lancerade, lancerat)
    • släppa werkwoord (släpper, släppte, släppt)

Vertaal Matrix voor lancieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lancera beim publikum einführen; lancieren
släppa beim publikum einführen; lancieren abdanken; abkoppeln; absehen; abwerfen; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; ausrangieren; befreien; das Verfahren einstellen; entfesseln; entheben; entknoten; entkoppeln; entlassen; enträtseln; entwirren; erlösen; fallen lassen; feiern; freilassen; freimachen; locker machen; lockern; losbekommen; loskriegen; loslassen; loslösen; losmachen; lösen; seponieren; sich von einer Last; suspendieren; trennen; unterbrechen; verzichten; von seiner Position vertreiben; zu den Akten legen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
släppa Version

Synoniemen voor "lancieren":


Wiktionary: lancieren

lancieren
verb
  1. einer Person oder Sache durch bestimmte Maßnahmen zur Bekanntheit verhelfen (zum Beispiel bei der Markteinführung eines neuen Produktes)
  2. geschickt an einen günstigen Platz, in eine vorteilhafte Position bringen (auch mit zweifelhaften, unredlichen Methoden)
  3. an die Öffentlichkeit bringen

Computer vertaling door derden: