Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: komplex

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: komplex

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. komplex:
  2. Komplex:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. komplex:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor komplex (Duits) in het Zweeds

komplex:

komplex bijvoeglijk naamwoord

  1. komplex (kompliziert; schwierig)
    svårt; komplicerat; intrikat; komplex

Vertaal Matrix voor komplex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplex Gebilde; Haus; Komplex
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intrikat komplex; kompliziert; schwierig
komplex komplex; kompliziert; schwierig
komplicerat komplex; kompliziert; schwierig
svårt komplex; kompliziert; schwierig bedenklich; eisern; fest; handfest; herrisch; kompliziert; kritisch; nicht einfach; problematisch; rauh; schwierig; stark; straff; streng

Synoniemen voor "komplex":


Wiktionary: komplex

komplex
adjective
  1. Mathematik, ohne Steigerung: komplexe Zahlen, eine Erweiterung der reellen Zahlen
  2. verflochten, zusammenhängend, umfassend, vielschichtig

Komplex:

Komplex [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Komplex (Gebilde; Haus)
    komplex
    • komplex [-ett] zelfstandig naamwoord

Komplex [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Komplex (Gebäude; Haus; Pfand; )
    bygge
    • bygge [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Komplex (Faserstoff; Stramin; Aufbau)
    textilie; tyg; textilmaterial
  3. der Komplex
    konstruktion; struktur

Vertaal Matrix voor Komplex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bygge Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand
komplex Gebilde; Haus; Komplex
konstruktion Komplex Anlegen; Anordnung; Anschlagen; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Bauart; Bausektor; Einteilung; Erbauung; Errichtung; Fertigung; Gerippe; Gerüst; Gestaltung; Gestell; Herstellung; Konstruktion; Ordnung; Rahmen; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung; innere Aufbau
struktur Komplex Bau; Bausektor; Leitfaden; Struktur
textilie Aufbau; Faserstoff; Komplex; Stramin
textilmaterial Aufbau; Faserstoff; Komplex; Stramin
tyg Aufbau; Faserstoff; Komplex; Stramin
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplex komplex; kompliziert; schwierig

Synoniemen voor "Komplex":

  • Menge von Gebäuden; Bündelung; Clusterung; Gruppierung

Wiktionary: Komplex

Komplex
noun
  1. Chemie: eine bestimmte chemische Verbindung
  2. Mathematik: eine mathematische Struktur
  3. Psychologie: ins Unterbewusstsein verdrängte Gruppe von Vorstellungen oder nicht verarbeiteten Erlebnissen, die zu dauernder Beunruhigung führen
  4. Gesamtheit, Gesamtumfang, Inbegriff
  5. zusammenhängende Gruppe, insbesondere von Gebäuden



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor komplex (Zweeds) in het Duits

komplex:

komplex [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. komplex
    Komplex; Gebilde; Haus
    • Komplex [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebilde [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Haus [das ~] zelfstandig naamwoord

komplex bijvoeglijk naamwoord

  1. komplex (intrikat; svårt; komplicerat)
    kompliziert; komplex; schwierig

Vertaal Matrix voor komplex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gebilde komplex bygge; byggnad; byggnadskomplex; figur; form; gestalt; mästerverk; skapelse; skapnad; varelse
Haus komplex boning; bostad; bygge; byggnad; byggnadskomplex; fast egendom; fastighet; hus; lott; obebygdd tomt
Komplex komplex bygge; konstruktion; struktur; textilie; textilmaterial; tyg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplex intrikat; komplex; komplicerat; svårt
kompliziert intrikat; komplex; komplicerat; svårt kritiskt; problematiskt; prövande; svår; svårt
schwierig intrikat; komplex; komplicerat; svårt besvärlig; besvärligt; egensinnig; egensinnigt; envis; farlig; farligt; förarglig; förargligt; hård pågång; hårdnackad; hårdnackat; hårt pågång; högt; ihållande; ihållandet; kritiskt; känslig; känsligt; ledsam; ledsamt; långtrådigt; med hög röst; motspänstigt; obstinat; osäker; plågsamt; prekärt; problematisk; problematiskt; prövande; retsam; retsamt; riskabel; riskabelt; svår; svårt; tråkig; tråkigt; öronbedövande

Synoniemen voor "komplex":

  • byggnad; krånglig; mångfacetterad; sammansatt; invecklad

Wiktionary: komplex

komplex
adjective
  1. Mathematik, ohne Steigerung: komplexe Zahlen, eine Erweiterung der reellen Zahlen
  2. verflochten, zusammenhängend, umfassend, vielschichtig
noun
  1. Chemie: eine bestimmte chemische Verbindung
  2. Mathematik: eine mathematische Struktur
  3. Psychologie: ins Unterbewusstsein verdrängte Gruppe von Vorstellungen oder nicht verarbeiteten Erlebnissen, die zu dauernder Beunruhigung führen
  4. Gesamtheit, Gesamtumfang, Inbegriff
  5. zusammenhängende Gruppe, insbesondere von Gebäuden
Cross Translation:
FromToVia
• komplex → kompliziert ↔ complex — intricate
• komplex → kompliziert ↔ complex — not simple or straightforward







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0684 seconde
Page rendered in 1.0 seconds