Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
deutlich:
- uppenbart; avlastat; avbördat; klart; klar; lättad; lättat; avbördad; klargjort; klarnat; klargjord; förståeligt; tydlig; tydligt; otvekbart; uppenbar; otvetydig; ofelbart; otvetydigt; förklarande; förtydligad; förklarandet; förtydligat; klarläggandet; ljus; ljust; förståelig; begripligt; begriplig; fattbar; förståbarr; fattbart; begripbart; i akten; utgrundat; utforskad; utforskat; igenomträngd; igenomträngt
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor deutlich (Duits) in het Zweeds
deutlich:
-
deutlich (klar wie Klosbrühe; ganz offensichtlich)
-
deutlich (einleuchtend; übersichtlich; klar; aufschlußreich; anschaulich; gläsern)
-
deutlich (begreiflich; verständlich; faßlich)
-
deutlich (verständlich; klar; sonnenklar; eindeutig; offensichtlich)
-
deutlich (verständlich; offensichtlich; einleuchtend; sonnenklar; klar; übersichtlich; eindeutig; anschaulich)
klar; förståeligt; klart; tydlig; tydligt-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
förståeligt bijvoeglijk naamwoord
-
klart bijvoeglijk naamwoord
-
tydlig bijvoeglijk naamwoord
-
tydligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
deutlich (eindeutig; offensichtlich; unverkennbar; klar; sonnenklar; sicher)
-
deutlich (das ist klar wie Klosbrühe; klar; eindeutig; sonnenklar; offensichtlich; verständlich; sichtbar; sicher; übersichtlich; anschaulich; erkennbar; einleuchtend; derb; aufschlußreich; gläsern; vernehmlich; vernehmbar; glashell)
-
deutlich (übersichtlich; einleuchtend)
förklarande; förtydligad; förklarandet; förtydligat; klarläggandet-
förklarande bijvoeglijk naamwoord
-
förtydligad bijvoeglijk naamwoord
-
förklarandet bijvoeglijk naamwoord
-
förtydligat bijvoeglijk naamwoord
-
klarläggandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
deutlich (klar; einleuchtend; eindeutig)
-
deutlich (sonnenklar; offensichtlich; klar; geradlinig; schnurgerade; kerzengerade)
-
deutlich (begreiflich; verständlich; faßlich; gemeinverständlich)
förståelig; förståeligt; begripligt; begriplig; fattbar; förståbarr; fattbart; begripbart-
förståelig bijvoeglijk naamwoord
-
förståeligt bijvoeglijk naamwoord
-
begripligt bijvoeglijk naamwoord
-
begriplig bijvoeglijk naamwoord
-
fattbar bijvoeglijk naamwoord
-
förståbarr bijvoeglijk naamwoord
-
fattbart bijvoeglijk naamwoord
-
begripbart bijvoeglijk naamwoord
-
-
deutlich (auf frischer Tat; offensichtlich; klar; sicher; eindeutig; erkennbar; sichtbar; offenkundig; sonnenklar; glashell)
-
deutlich (gemeinverständlich; verständlich; begreiflich)
-
deutlich (offensichtlich; klar; sonnenklar)
utgrundat; utforskad; utforskat; igenomträngd; igenomträngt-
utgrundat bijvoeglijk naamwoord
-
utforskad bijvoeglijk naamwoord
-
utforskat bijvoeglijk naamwoord
-
igenomträngd bijvoeglijk naamwoord
-
igenomträngt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor deutlich:
Synoniemen voor "deutlich":
Computer vertaling door derden: