Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Küster:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kuster:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Küster (Duits) in het Zweeds

Küster:

Küster [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Küster (Mesner; Kirchendiener)
    sacramentbetjänt

Vertaal Matrix voor Küster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sacramentbetjänt Kirchendiener; Küster; Mesner

Synoniemen voor "Küster":


Wiktionary: Küster

Küster
noun
  1. Religion: Kirchenangestellter, dessen Aufgabe in der Vorbereitung von liturgischen Feiern besteht

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Küster (Zweeds) in het Duits

kuster:

kuster zelfstandig naamwoord

  1. kuster (kuststräckor; stränder)
    Ufer
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kuster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ufer kuster; kuststräckor; stränder fast mark; kust; land; strand; vattensidan

Computer vertaling door derden: